De Wit als arbiter bij aanpak kredietcrisis
DEN HAAG (ANP) – De parlementaire enquêtecommissie onder leiding van SP-Tweede Kamerlid Jan de Wit presenteert woensdagmiddag haar eindrapport. In tientallen verhoren van politici, bankiers en deskundigen nam de commissie de overheidsaanpak van de kredietcrisis sinds het najaar van 2008 onder de loep. Een aantal vragen stond centraal, waarover De Wit woensdag zijn oordeel geeft.
Heeft de overheid adequaat gereageerd op de kredietcrisis en de juiste maatregelen genomen?
De meeste betrokkenen kijken positief terug op de aanpak van het toenmalige kabinet onder leiding van premier Jan Peter Balkenende. Geconstateerd werd dat met name minister van Financiën Wouter Bos behoorlijk de vrije hand had bij de invoering van crisismaatregelen, maar dat hij destijds onder moeilijke omstandigheden de juiste keuzes heeft gemaakt. Doorslaggevend was dat de financiële sector niet mocht instorten. Balkenende was naar eigen zeggen steeds op de hoogte. De samenwerking tussen het ministerie van Financiën en toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) verliep niet altijd vlekkeloos, maar op cruciale momenten steunden Bos en DNB-president Nout Wellink elkaar.
Zijn de Tweede Kamer en de rest van het kabinet steeds goed en tijdig geïnformeerd over crisismaatregelen die aanstaande waren?
Bos informeerde de ministerraad een aantal keren achteraf over zijn aanpak. De tijd om uitvoerig de crisisaanpak te bespreken was er volgens Balkenende ook niet. Maar hij hield tegenover de enquêtecommissie staande dat de ministerraad, weliswaar vaak achteraf, steeds heeft ingestemd met de tientallen miljarden euro’s belastinggeld die nodig waren om banken te redden. Kamerleden vinden terugkijkend wel dat ze beter hadden moeten worden geïnformeerd, maar ook bij hen is er begrip over de bijzondere omstandigheden, de tijdsdruk en de noodzakelijke geheimhouding waarmee Bos te maken had.
Heeft Nederland de juiste prijs betaald bij de overname van ABN Amro en Fortis Bank Nederland?
Getuige de verhoren bestaan daarop verschillende antwoorden. Balkenende en Bos vinden de 16,8 miljard verdedigbaar. Duidelijk is wel dat bij de waardering van de banken een post van 2,3 miljard euro niet is meegerekend, maar of dat tot een andere koopprijs zou hebben geleid is volgens Bos zeer de vraag. Bos legde de verantwoordelijkheid voor het inschatten van de prijs bij de daarvoor ingehuurde zakenbank Lazard. Uiteindelijk liep het bedrag om ABN Amro gezond te houden op tot 30 miljard euro, maar volgens Bos gold wereldwijd voor 80 procent van de banken dat er later extra kapitaal nodig was.