Het monument staat in de westelijke stad Sint–Petersburg waar de Russische Baltische Vloot haar thuisbasis heeft. Het monument bestaat uit een groot blok zwart graniet. Aan een kant staat gegraveerd: Ter nagedachtenis van de bemanning van de Koersk. Aan de andere kant staat een tekst gegraveerd die door een van de bemaninngsleden van de Koersk op een briefje was geschreven vlak voordat hij zou sterven. De tekst luidt: Wees niet wanhopig.

De onthulling werd bijgewoond door familieleden van de omgekomen bemanningsleden. Zij legden kransen en bloemen. Ook in andere Russische steden werden herdenkingsdiensten gehouden voor de opvarenden van de Koersk.

Er is veel onvrede onder nabestaanden over de manier waarop de autoriteiten het onderzoek naar de oorzaak hebben geleid. Volgens de nabestaanden moet het onderzoek naar het optreden van de marine tijdens de ramp worden heropend. De marine zou onvoldoende hebben ondernomen om mogelijke overlevenden te redden. Het officiële onderzoek naar de ramp met de Koersk werd met goedkeuring van president Poetin in juli 2002 afgesloten.

Het ongeluk met de Koersk op 12 augustus 2000 was het ergste ongeluk in vredestijd in de geschiedenis van de Russische marine. De ramp zou veroorzaakt zijn door een ontploffing van licht ontvlambare torpedobrandstof. Dit leidde tot een explosie van alle aanwezige munitie in de boot.

Mogelijk wisten 23 opvarenden zich in de achterste compartimenten nog enkele dagen in leven te houden. Hulp van buitenaf kwam echter te laat, waardoor ze door verstikking omkwamen. Dit weerlegt de conclusie van het officiële onderzoek waarin wordt gezegd dat alle opvarenden binnen enkele uren de dood vonden.

De Koersk werd in 2001 geborgen door de Nederlandse bedrijven Smit Internationale en Mammoet. Daarna werd de modernste onderzeëer, die de Russische marine ooit heeft gebouwd, in een droogdok bij Moermansk tot schroot verwerkt.