Onderwijs & opvoeding

Zeistenaar na beroerte: Spijkertjes oprapen kost veel moeite

Adri Lijbers (80) kreeg in december vorig jaar een beroerte en raakte rechtszijdig verlamd. In revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht probeert de Zeistenaar stukje bij beetje meer beweging in zijn ledematen te krijgen.

J. Visscher

5 April 2012 20:24Gewijzigd op 14 November 2020 20:21
Lijbers in zijn kamer, waar mede ter ere van zijn verjaardag tal van kaarten hangen. Foto RD, Anton Dommerholt
Lijbers in zijn kamer, waar mede ter ere van zijn verjaardag tal van kaarten hangen. Foto RD, Anton Dommerholt

Op zijn kamer in De Hoogstraat beweegt Lijbers zijn duim naar zijn wijsvinger. „Dat kon ik een paar weken geleden niet”, zegt de Zeistenaar, gezeten in zijn rolstoel. Boven zijn bed hangen tal van kaarten, ook ter ere van zijn tachtigste verjaardag.

Op 15 december 2011, in het holst van de nacht, merkt Lijbers tot zijn schrik dat er iets mis is met zijn lichaam. Hij blijkt een beroerte te hebben gehad. „Ik kon nauwelijks nog lopen. Later ben ik, met hulp van mijn vrouw, naar de douche gestrompeld en heb ik me met veel moeite geschoren, gewassen en aangekleed.”

Na een verblijf van twee weken in het ziekenhuis komt Lijbers terecht in revalidatiecenrum De Hoogstraat. Daar probeert hij weer meer beweging te krijgen in de rechterzijde van zijn lichaam. Hij is rechtshandig, maar moet nu noodgedwongen met links schrijven.

Stapje voor stapje boekt de Zeistenaar vooruitgang. „Ik kan me nu zelf weer aankleden, douchen en eten. Mijn rechterknie kon ik eerst niet bewegen, later 
kon ik die enkele centimeters buigen, en nu deci­meters.”

Lijbers bladert in zijn map ”Zelf oefenen na een beroerte”. „Ik moet bijvoorbeeld met mijn oor naar mijn schouder bewegen of lucht in mijn wangen blazen.” Hij probeert de fijne motoriek te verbeteren. „Door een dop op een melkpak te draaien of kleine spijkertjes op te rapen. Heel lastig is dat. Bij het 
eten probeer ik lepels netjes naast het bord te 
leggen. Vaak maakt mijn rechterhand een zoekende beweging. Als ik niet oppas, stoot ik een glas water om.”

Tegenslag bij de revalidatie bleef Lijbers niet bespaard. „Met rolstoelbasketbal dacht ik een bal met rechts te kunnen opvangen. Dat ging mis. Ik liep een schouderblessure op.”

Lijbers beseft dat hij niet meer „honderd procent de oude” wordt. „Mijn rechterbeen voelt als een stuk lood. Daar zal ik mee moeten leren leven. Voorheen werkte ik vaak in de tuin. Het is heel verdrietig dat ik dat in de toekomst waarschijnlijk niet meer kan. Ik denk erover om meer met de computer te doen, hoewel ik daar nooit belangstelling voor heb gehad.”

Toch voelt de Zeistenaar, voorheen onderhoudsmonteur bij een transportbedrijf, zich bevoorrecht boven velen. „Ik zie hier mensen die twee benen kwijt zijn. Ondanks mijn beroerte kan ik nog praten.”

Dit is het deel 3 in een serie over revalidatie in De Hoogstraat in Utrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer