Prof. dr. Jan Willem Sap: Juist christen heeft iets met mensenrechten
MIDDELBURG – De Bijbel en mensenrechten passen prima bij elkaar. Juist een christen moet zich inzetten voor de menselijke waardigheid van ieders leven.
Prof. dr. Jan Willem Sap, hoogleraar en hoofddocent Europees recht aan respectievelijk de Open Universiteit in Heerlen en de Vrije Universiteit in Amsterdam, verdedigt het christelijk geloof als „moreel ijkpunt” van de rechten van de mens. Hij werkte donderdagavond mee aan een debat hierover op de Roosevelt Academy in Middelburg. Het debat was georganiseerd door Veritas Forum, een internationaal platform dat aandacht vraagt voor levensbeschouwelijke vragen in het hoger onderwijs.
Sap realiseert zich het ongewone van zijn stelling dat de Bijbel en mensenrechten bij elkaar horen. „De Rooms-Katholieke Kerk moest tot begin jaren zestig van de vorige eeuw niets van de universele rechten van de mens hebben. Die waren immers het gevolg van de Franse Revolutie, van het verlichtingsdenken. Dus nam de kerk er afstand van.”
Niet terecht, stelt Sap. „Er is inhoudelijk een duidelijke link tussen de rechten van de mens en de Tien Geboden. Draai de Tien Geboden maar eens om. Je mag niet stelen, betekent dat er recht op eigendom is. Je mag niet doden, betekent dat er recht op leven is. De Bijbel pleit voor de menselijke waardigheid van ieders leven. Daarom moet juist een christen zich daarvoor inzetten.”
De jurist wijst op een saillant detail. „De eerste Franse versie van de universele rechten van de mens, opgesteld in 1789, is in twee stenen tafels gegraveerd. Net als de Tien Geboden. Die tafels hebben een rechtstatelijk karakter. Zo van: Dit is niet in was geschreven, dit is niet van voorbijgaande aard, maar dit is in steen gegraveerd, dit is blijvend.”
Sap, christen, vindt dat het christendom, als het om de rechten van de mens gaat, een voorsprong heeft op andere religies. „Het hindoeïstische kastenstelsel in India kent totaal geen gelijkheid van mensen. Wie in een verkeerde kaste wordt geboren, is minder dan een beest. Dat gaat dus helemaal fout.”
En de islam? „Die religie heeft veel overgenomen van het jodendom en het christendom; hij is natuurlijk ook veel later ontstaan. Hele stukken van de islam komen onder het kopieerapparaat vandaan. Je moet bij de islam een duidelijk onderscheid maken tussen de religie die liefde en respect predikt, en de politieke variant die militante ambities heeft. In dat laatste geval is de link met mensenrechten moeilijk te ontdekken.”
Mensenrechten zijn ouder dan de Franse Revolutie, stelt Sap. „Je komt ze bij Willem van Oranje al tegen in de vorm van vrijheid van godsdienst, later vrijheid van geweten.” De jurist vindt dat juist geloofsgemeenschappen plaatsen zijn waar mensenrechten goed gedijen. „Daar wordt iets zichtbaar van de gelijkheid van alle mensen voor God én de Bijbelse opdracht om elkaar te helpen. Denk aan een eeuwenoude instelling als de diaconie. De kerk belijdt dat de mens schepsel van God is: over menselijke waardigheid gesproken!”
Mensenrechten vragen volgens hoogleraar Sap om gemeenschapszin. „Ik ga daarmee tegen het liberalisme van deze tijd in. Dat richt alle aandacht op het individu. Ten onrechte. Mensenrechten hebben alles te maken met betrokkenheid op elkaar, met meedoen in de samenleving. Christenen hebben ook daarin de Bijbel mee. Lees de evangeliën in het Nieuwe Testament. Mensenrechten komen echt niet bij de oude Grieken vandaan; die kenden slavernij. Opvallend dat de Tien Geboden beginnen met de bevrijding van het volk Israël van de slavernij in Egypte.”
Sap zegt de huiver in orthodox-christelijke kring bij het fenomeen mensenrechten wel te begrijpen. „Die huiver berust echter op misverstanden. Ik ben ervan overtuigd dat Jezus een voorstander zou zijn geweest van de universele rechten van de mens. Let op Zijn prediking. Hij nam het op voor de zwakken in de samenleving, maar werd in Zijn tijd al niet begrepen.”
Wat christelijke studenten aan een seculiere universiteit als de Roosevelt Academy met Saps visie kunnen? „Ze moeten niet bang zijn om het ijkpunt voor morele vraagstukken in hun religie te leggen. En ook niet bang zijn om te zeggen dat menselijke waardigheid en de Bijbel prima bij elkaar passen.”