Wederopbouw Irak geschat op 600 miljard
De rekening van de wederopbouw en de ordehandhaving in Irak wordt vermoedelijk veel hoger dan die van de oorlog. Particuliere analisten schatten de kosten van het Amerikaanse leger en van de wederopbouw rond de 600 miljard dollar.
De Amerikaanse regering lijkt echter huiverig te zijn om de werkelijke rekening van de operatie in Irak te presenteren.
De hoogste Amerikaanse bestuurder voor Irak, Paul Bremer, zei vorige maand dat het drie jaar zal duren voor Irak weer helemaal op eigen benen staat en dat dit ongeveer 100 miljard dollar zal kosten. Het herstel van het stroomnet kost 13 miljard, dat van de waterleiding 16 miljard. De totale kosten van de wederopbouw schatte Bremer op „ruim boven de 50 miljard, 60 miljard, misschien 100 miljard - een hoop geld.”
President George Bush en andere regeringsfunctionarissen weigeren in details te treden over de kosten en hameren erop dat niet te voorspellen valt hoe duur het allemaal wordt. Dat wekt de irritatie op van congresleden die bezig zijn de begroting op te stellen voor het komende verkiezingsjaar. „Ik denk dat zij bang zijn dat het Congres zal zeggen: dit gaat zeer kostbaar worden”, zei de afgevaardigde Jim Kolbe, een Republikein uit Arizona die voorzitter is van de commissie van het Huis van Afgevaardigden die over buitenlandse hulp gaat.
Ruim drie maanden nadat Bush verklaarde dat de grote militaire operaties in Irak ten einde waren gekomen, is er nog altijd grote onduidelijkheid over de kosten van de voortdurende militaire campagne. Volgens defensiemedewerkers kost de Amerikaanse militaire operatie maandelijks 3,9 miljard dollar, maar daarbij zijn indirecte kosten niet inbegrepen.
De hoogste begrotingsmedewerker van het Pentagon, Dov Zakheim, heeft gezegd dat, alle kosten meegerekend, de militaire operatie in Irak van januari tot en met september 58 miljard dollar zal kosten. Daarin zijn een deel van de wederopbouw, de zes weken van de hevigste gevechten en de afronding van de strijd inbegrepen.
Medewerkers van het Brookings Instituut schreven deze maand in een artikel in de Financial Times dat de kosten van de wederopbouw en de militaire operatie kunnen variëren tussen de 300 en 450 miljard dollar. De denktank Taxpayers for Common Sense waarschuwt voor kosten tussen de 114 miljard tot 465 miljard dollar. De American Academy of Arts and Sciences kwam met een prognose over tien jaar van 106 tot 615 miljard dollar.
Amerikaanse militairen hebben in de Iraakse hoofdstad Bagdad per ongeluk drie Iraakse politieagenten onder vuur genomen. Twee van hen overleefden de schietpartij niet.
Volgens de enige overlevende van het incident achtervolgden hij en zijn collega’s al schietend een verdacht voertuig toen de Amerikanen hen op de korrel namen. Overlevende Hamza Atiya Muhsen vertelde maandag dat een van zijn collega’s werd doodgeschoten toen hij met de armen in de lucht en zijn penning in zijn hand uit de auto stapte. Het voertuig was niet herkenbaar als politiewagen. Muhsen zegt zelf tijdens het incident zaterdag te zijn geschopt en geslagen.
Een hulpcommissaris van de politie in Bagdad bevestigde dat twee van zijn mensen zijn doodgeschoten door de Amerikanen. Hij zei te geloven dat de militairen de politieagenten voor mogelijke belagers hebben aangezien. Volgens hem is een delegatie van de Amerikaanse marechausse inmiddels bij hem langs geweest om condoleances aan te bieden.
Een woordvoerder van het Amerikaanse leger zei op de hoogte te zijn van het incident maar weigerde meer informatie te verstrekken. De Arabische nieuwszender al-Jazeera stelde dat de Amerikanen vermoedden dat het trio met een explosief een aanslag op Amerikaanse militairen wilde plegen.
De strijdkrachten bevestigden maandag dat zondagavond een patrouillerende Amerikaanse militair in Irak door een bomaanslag om het leven is gekomen. Het zelfgemaakte explosief ontplofte in Baquba, ruim zestig kilometer ten noordoosten van Bagdad. De soldaat is het 57e slachtoffer van het Iraakse verzet sinds 1 mei. Twee andere militairen raakten gewond.
Een woordvoerder van de coalitietroepen meldde maandag dat zondagavond laat op zeventig meter van de Britse ambassade in Bagdad twee granaten ontploften. Een Irakees raakte gewond. Volgens de zegsman was de ambassade zelf niet het doelwit van de aanslag. De granaten ontploften onder vrachtwagens die vlakbij geparkeerd stonden. Met deze wagens waren goederen bij de ambassade afgeleverd.
Een Duitse regeringswoordvoerder sloot maandag uit dat de Bondsrepubliek in de nabije toekomst troepen naar Irak stuurt om de Amerikanen daar te ondersteunen. Volgens de zegsman heeft Washington Duitsland ook niet gevraagd militairen te leveren. Met zijn verklaring wilde de woordvoerder mogelijke misverstanden over uitlatingen van minister Struck van Defensie uit de weg ruimen.
Zondag had minister Struck van Defensie in een vraaggesprek laten doorschemeren dat Duitse troepen eventueel zouden kunnen meedoen aan een NAVO-missie in Irak, mits daaraan een mandaat van de Verenigde Naties ten grondslag ligt. Berlijn was een van de grootste tegenstanders van gewapend ingrijpen in Irak.
De Arabische landen zijn bereid zaken te doen met de door de Amerikanen aangestelde bestuursraad in Irak, maar erkennen die raad niet als de legitieme machthebber. De ministers van Buitenlandse Zaken van de drie belangrijkste Arabische landen -Egypte, Saudi-Arabië en Syrië- hebben dat maandag nog eens benadrukt na een haastig belegde spoedbijeenkomst in Caïro.
De Arabische Liga besloot vorige week al de bestuursraad niet te erkennen. Maandag pleitte de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken voor een soepelere opstelling tegenover Bagdad.
De ministers spraken in Caïro ook over de nieuwe beschietingen aan de Israëlisch-Libanese grens van afgelopen weekeinde.
Een 62-jarige vrouw uit de Amerikaanse staat Florida, Faith Fippinger, heeft van het Amerikaanse ministerie van financiën een boete van tenminste 10.000 dollar gekregen, omdat zij als ’menselijk schild’ is opgetreden in Irak. Zij weigert te betalen en riskeert een gevangenisstraf van twaalf jaar.
Fippinger en actievoerders uit ongeveer dertig andere landen verspreiden zich aan de vooravond van de oorlog over Irak om zich als ’menselijk schild’ op te stellen om te voorkomen dat bepaalde doelen gebombardeerd zouden worden. Fippinger was ongeveer drie maanden in het land, en stond onder andere enige tijd in een olieraffinaderij.
Het ministerie zegt in een brief uit maart dit jaar dat Fippinger de wet heeft geschonden met haar bezoek aan Irak. De reis is volgens de regering in strijd met sancties op praktisch alle commerciële en financiële contacten met het land.
Fippinger schreef het ministerie in reactie op de boete dat zij niet van plan is „de opbouw van het Amerikaanse wapenarsenaal financieel te steunen.” Regeringsfunctionarissen hebben Fippinger gewaarschuwd dat de boete oploopt als die niet wordt betaald en dat het geld uiteindelijk wordt ingehouden op haar pensioenuitkering of andere inkomsten. In het uiterste geval kan zij een gevangenisstraf opgelegd krijgen.
Volgens Fippinger waren ongeveer twintig van de bijna driehonderd menselijke schilden in Irak afkomstig uit de Verenigde Staten.