Annan sprak donderdag de Algemene Vergadering van de VN in New York toe. Volgens de Ghanees heeft het bewind van president Bashar al-Assad hem laten weten dat de „gedeeltelijke terugtrekking” uit Idlib, Zabadani en Daraa is begonnen. Het is de bedoeling dat de troepen van het bewind zich op 10 april uit alle belangrijke bevolkingscentra hebben teruggetrokken. Op de 12e moeten dan ook de rebellen definitief hun wapens laten zwijgen.

In de Syrische hoofdstad Damascus is donderdag een team van Annan aangekomen om te praten over het vredesplan. De medewerkers, onder leiding van de Noorse generaal Robert Mood, willen precies weten waar en hoe internationale waarnemers kunnen toezien op een staakt-het-vuren.

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties riep Syrië donderdag op zich te houden aan de deadline van 10 april. Annan zei maandag tegen de raad dat Syrië de deadline had geaccepteerd en vroeg de raad de uiterste datum te steunen.

Annan is gezant van zowel de VN als de Arabische Liga en voormalig secretaris-generaal van de VN. Voor het toezicht moeten nog wel waarnemers worden gevonden. Annan spreekt op 11 april in Teheran met Iraanse leiders over het bloedvergieten in Syrië. Iran is een cruciale bondgenoot voor Assad.

Het Rode Kruis mag meer doen in het land, zo is afgesproken met het regime. Bovendien beloofde Syrië vijandelijkheden te staken als gewonden worden geëvacueerd, aldus het hoofd van het Rode Kruis, Jakob Kellenberger. De overeenkomst betekent onder meer dat de hulporganisatie voor het eerst sinds september weer gevangenen bezoekt in het land.

De opstand tegen het Assad-bewind begon ruim een jaar geleden. Het politiek geweld heeft al aan meer dan 10.000 Syriërs het leven gekost. Meer dan 42.000 Syriërs zijn het land ontvlucht.