Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bijna 80 procent van de jongeren tussen de 15 en 18 jaar sport wekelijks. Dat percentage neemt af naarmate de leeftijd stijgt. Van de 75-plussers is wekelijks ruim 20 procent lichamelijk actief.

Sport is vooral een zaak van hoogopgeleiden. Van hen doet 64 procent geregeld aan sport. Dat is twee keer zoveel als de Nederlanders met alleen basisonderwijs.

Verder is een kwart van de 18-plussers in ons land lid van een sportvereniging en ruim 12 procent actief als vrijwilliger bij een sportvereniging. Dat is hetzelfde percentage als in 1997, hoewel in de tussentijd het aantal vrijwilligers iets was gestegen (ruim 14 procent in 2000). Van de vrijwilligers bij een sportvereniging is ongeveer 15 procent zelf geen lid.