Bouterse ontspringt opnieuw de dans
PARAMARIBO (ANP) – De veroordeelde overlevingskunstenaar Desi Bouterse is weer de dans ontsprongen. Voor velen is de naam Bouterse synoniem met drugshandel, mensenrechtenschendingen en moordpartijen. Hij is in Nederland veroordeeld voor drugssmokkel, maar dat verhinderde niet dat hij werd gekozen tot parlementslid en vervolgens tot president. Als staatshoofd geniet hij immuniteit.
’Bouta’ of ’Baas’ werd op 13 oktober 1945 geboren in het Surinaamse Domburg. In 1968 reisde hij zijn toenmalige vriendin achterna en kwam in Nederland terecht. Na een korte dienstbetrekking bij Lips in Dordrecht koos hij voor een militaire opleiding tot onderofficier en ook sportinstructeur, die hem in onder meer Weert, Den Bosch, Havelterberg, Steenwijk en de militaire basis in het Duitse Seedorf bracht.
Een maand voor de onafhankelijkheid van Suriname in december 1975 keerde Bouterse terug naar Paramaribo. Met andere sergeanten pleegde hij in februari 1980 een staatsgreep die in eerste instantie in Suriname - en in Nederland - niet tot grote afkeuring leidde. Toch groeide de aversie tegen het steeds knellender militair bestuur rap. Op 8 december 1982 schreef de jonge natie de zwartste bladzijde uit de nationale geschiedenis. In Fort Zeelandia in Paramaribo werden 15 vermeende tegenstanders van het militaire regime gemarteld en vermoord.
De dood van de vooraanstaande Surinamers was volgens Bouterse het gevolg van plannen voor een tegencoup en de slachtoffers zouden „op de vlucht zijn doodgeschoten.” Justitie in Suriname liet de Decembermoorden jarenlang ongemoeid. Bouterse geldt hierbij als hoofdverdachte. Hij heeft wel de „politieke verantwoordelijkheid” voor de moorden erkend, maar blijft volhouden zelf niet te hebben geschoten.
Na de formele terugkeer van een burgerbewind in 1987 behield Bouterse zowel de politieke als zakelijke macht. Hij ontvouwde lucratieve praktijken in de cokehandel. In 1999 werd hij in Nederland bij verstek veroordeeld tot 11 jaar cel wegens drugshandel. Dat verhinderde hem niet om in 2000 parlementslid te worden. Door een samenwerking van verscheidene partijen werd hij in 2010 president.
Sinds 2007 pleit hij al voor amnestie voor de daders van de Decembermoorden. Even leek er een kink in de kabel te komen toen zijn voormalige kompaan Ruben Rozendaal hem onlangs, vlak voor de behandeling van de amnestiewet, ervan beschuldigde destijds twee tegenstanders persoonlijk te hebben gedood. Desondanks stemde de meerderheid van het Surinaams parlement in met de amnestiewet.