Atheïst wordt religieuzer als hij aan de dood denkt
DUNEDIN – Op het moment dat atheïsten gaan nadenken over hun eigen dood, worden ze er onbewust minder zeker van dat God niet bestaat.
Op het bewúste niveau worden ze echter juist sceptischer over religie. Als godsdienstige mensen over de dood nadenken, lijken hun overtuigingen zowel op het bewuste als onbewuste niveau sterker te worden. Dat stellen psychologen van de universiteit van Otogo in Nieuw-Zeeland op basis van onderzoeksresultaten die binnenkort gepubliceerd worden in de Journal of Experimental Social Psychology.
Bij de drie onderzoeken waren 265 studenten betrokken. In het eerste onderzoek moest een deel van hen over hun eigen dood schrijven, terwijl een controlegroep de opdracht kreeg te schrijven over tv-kijken. Gelovige personen uit de eerste groep waren daarna sterker overtuigd van hun geloof dan gelovige personen uit de tweede groep. Voor niet-gelovige proefpersonen gold hetzelfde.
Volgens onderzoeker Jamin Halberstadt zijn die uitkomsten in overeenstemming met de theorie dat angst voor de dood mensen versterkt in hun eigen overtuiging. Twee vervolgonderzoeken die zich richtten op onbewuste overtuigingen van mensen, lieten echter een ander beeld zien. Gelovige proefpersonen raakten ook dan overtuigder van hun geloof, maar niet-gelovigen hadden juist minder vertrouwen in hun eigen overtuiging.
De onderzoekers maten de sterkte van religieuze overtuigingen aan de hand van de snelheid waarmee proefpersonen op een knop drukten om aan te geven of God wel of niet bestond. Godsdienstige proefpersonen drukten na het schrijven over hun eigen dood sneller op de ”God bestaat”-knop. Niet-religieuze deelnemers waren juist langzamer bij het indrukken van de ”God bestaat niet”-knop.
De onderzoeksresultaten zijn volgens Halberstadt van belang om te verklaren waarom religie een onuitroeibaar menselijk verschijnsel is. „Zelfs atheïsten blijken onbewust gebruik van te maken van religieuze overtuigingen.”