„Kerkgang en liefdadigheid gaan samen”
Mensen die wekelijks een godsdienstige samenkomst bijwonen, blijken -gezien over een heel jaar- vriendelijker en behulpzamer te zijn dan zij die dat niet doen. Dit komt naar voren uit een nationale studie naar altruïsme en empathie, uitgevoerd door het nationaal centrum voor opinieonderzoek van de Universiteit van Chicago.
Terwijl mensen die nooit een religieuze bijeenkomst bezoeken jaarlijks gemiddeld 96 keer klaarstaan voor een ander, is dat bij trouwe kerk- en synagogegangers 128 keer het geval, zo bericht de Baptist Press.
Concreet gaat het om onder meer het doneren van bloed, het geven van voedsel of geld aan een thuisloze, het terugbrengen van geld als de caissière te veel wisselgeld heeft gegeven, het afstaan van zijn of haar plaats in de bus aan een vreemde, een onbekende de weg wijzen of aanwijzingen geven, en het voeren van een gesprek met iemand die wat neerslachtig of depressief is.
Het verband tussen godsdienstige betrokkenheid en ’goede werken’ werd gevonden bij protestanten, rooms-katholieken en Joden. „Dit wijst erop dat mensen nadenken over het religieuze onderwijs waar het gaat om handelingen van liefdadigheid - centrale waarden in de belangrijkste godsdiensten”, zegt onderzoeker Tom W. Smith. „In de meeste religies zijn naastenliefde en het verrichten van goede daden belangrijke elementen. En mensen die wekelijks een religieuze samenkomst bijwonen, horen dat veelvuldig. Bovendien zijn gemeenteleden onderdeel van een gemeenschap die hen de gelegenheid geeft deze dingen te doen.”
Uit de studie, getiteld ”Altruïsme in het hedendaagse Amerika: een verslag van het nationaal altruïsmeonderzoek”, blijkt verder dat vrouwen invoelender zijn dan mannen. Ze zijn doorgaans meer bewogen met anderen, meelevender ook als mensen met tegenslag te maken krijgen.
Het onderzoek werd vorig jaar uitgevoerd onder 1366 personen van 18 jaar en ouder, verspreid over het hele land.