Buitenland

Stand onderzoek genocide Rwanda stemt treurig

Een dun draadje aan de poort scheidt de inwoners van ”Gevangenis 1930” in de Rwandese hoofdstad Kigali van de buitenwereld. De in keurig gesteven roze kleding gestoken mannen en vrouwen die op het buitenterrein mogen lopen, reageren vriendelijk op een bezoek van een handvol Nederlandse journalisten.

ANP
12 August 2003 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 00:29

Alleen de adjunct-directeur reageert verstoord als hij het verzoek krijgt van de groep om binnen de roodbakstenen muren van de gevangenis te mogen kijken. Hij was door zijn chef niet op de hoogte gesteld van de komst van de visite. Maar nadat hem een van officiële stempels voorziene lijst met de namen wordt voorgelegd, stemt hij alsnog in.

In een belendend kantoor krijgen de bezoekers aan de hand van een presentatie te horen hoe het land met de van genocide verdachte Hutu’s omgaat. In 1994 werden binnen luttele weken en op bijzonder georganiseerde wijze honderdduizenden Tutsi’s, de minderheid in Rwanda, op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Niemand werd gespaard, kinderen niet en ouden van dagen niet. Onder de moordenaars bevinden zich niet alleen mannen, ook vrouwen namen deel aan de slachtingen.

De adjunct-directeur vertelt dat er momenteel bijna 6300 gevangenen in het complex zijn ondergebracht. Veel animo om te ontvluchten is er niet. Het eten is vaak beter dan op de door de zon verschroeide heuvels buiten de gevangenis en ze lopen de kans in de ’buitenwereld’ in elkaar geslagen te worden.

Ruim 3500 van hen worden verdacht van genocide of zijn daar al voor veroordeeld. De mannen zijn ondergebracht in een troosteloos stenen gebouw, dat nog het meest weg heeft van een verwaarloosde fabriek uit de eerste industriële revolutie. De ruim 800 vrouwen hebben een eigen onderkomen, dat iets nieuwer oogt.

Hoewel de gevangenis ooit 10.000 gedetineerden telde, is het leven binnen de muren voor de bijna 5500 mannen nog steeds van een troosteloze triestheid. Opeengepakt onder de hete zon of ingeblikt in hun slaapruimte van nog geen halve meter bij anderhalve meter. In de smalle slaapsteegjes liggen ze drie rijen hoog opgestapeld, hun kale hoofden steken nieuwsgierig naar buiten om het blanke bezoek op te nemen.

Hoewel de wandeling zonder gewapende bewakers langs mensen die soms vele moorden op hun geweten hebben neerdrukkend is, is er geen spoor van agressie te bekennen. Binnen de gevangenis heerst een zeer strak geleide hiërarchie, vertelt een begeleider. De ’binnenwereld’ kent een eigen ministerie van Binnenlandse Zaken, dat de orde en rust bewaard en voor de distributie van voedsel zorgt. Overal zie je ze, de ordedienst, relatief goed geklede mannen of jongens met gele baretten.

De gevangenen die zijn opgeklommen in de hiërarchie, zijn spraakzaam. Ze leggen uit hoe het systeem werkt. Op de binnenplaats, die normaal gesproken aan niet meer dan honderd man plaats zou bieden, zitten vele honderden een cursusje te volgen, een spelletje te doen of hun kleding te repareren.

Mannen die de regels overtreden, worden voor de eigen ’rechtbank’ gesleept en meestal veroordeeld tot een aantal dagen op de kale stenen vloer in een isoleercel met een emmer en een bakje water. De ordedienst maakt twee van de afgelegen cellen open. In de een ligt een man die brieven naar buiten heeft laten smokkelen. In de ander een man die homoseksuele handelingen had verricht, iets wat binnen de Rwandese maatschappij volstrekt niet wordt getolereerd.

Maar er is een vertrek waar de troosteloosheid minder vat op heeft gekregen. Het is de religieuze ruimte van de gevangenis. De rooms-katholieke gevangenen, de protestanten, de moslims - alle gezindten hebben recht op een vast dagdeel van de week in de ’kerk’.

In de relatief grote en koele ruimte krijgt nu een groepje vrouwen zangles; do-re-mi-fa-so-la-ti-do, klinkt het. Een ander groepje wordt voorbereid op de lekenrechtbank, een jury en rechter uit het volk die de mate van schuld van verdachten van genocide moeten vaststellen. De lekenrechtbank moet het officiële circuit van openbaar ministerie en rechtbanken ontlasten.

Een verzorgd uitziende vrouw, in het roze gekleed als een non, maar moslim, zegt dat zij bekend heeft. Maar kwaadwillenden proberen haar van erger te beschuldigen, klaagt zij. Het komt vaker voor dat mensen een rekening willen vereffenen door de ander te beschuldigen van moord.

Maar in de gevangenis vindt ook nog steeds een ruilhandel in bekentenissen plaats. Verdachten die weten dat zij niet meer onder een veroordeling uitkomen, nemen de schuld op van moordpartijen begaan door andere verdachten. Die gaat dan vrijuit in ruil voor geld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer