Tegenstanders van het regime beschuldigden het Syrische leger ervan bombardementen uit te voeren in de steden Homs en Zabadan, om de rebellen te verzwakken in de aanloop van een mogelijke wapenstilstand.

Een Syrische mensenrechtenorganisatie meldde dat onder meer de provincies Daraa en Idlib en de omgeving van de hoofdstad Damascus het toneel zijn van hevige strijd. Volgens de in Groot-Brittannië gevestigde organisatie kostten de schermutselingen het leven van minstens 18 burgers, 7 soldaten en 4 rebellen.

In Daraa, waar de protesten tegen het regime een jaar geleden begonnen, braken gevechten uit nadat rebellen legerposten hadden aangevallen. In de stad Dael, gelegen in dezelfde regio, werden extra troepen aangevoerd. Het leger deed hier maandag invallen en verrichtte arrestaties.

Het regime in Damascus ging maandag akkoord met de invoering van een deel van het vredesplan van Kofi Annan, de speciale gezant voor Syrië van de Verenigde Naties. Dat behelst dat alle militaire eenheden zich voor 10 april uit de steden zullen terugtrekken. Daarna moet er binnen 48 uur een wapenstilstand komen, aldus een woordvoerder van Annan.

Het is de bedoeling dat een dezer dagen VN-medewerkers naar Damascus reizen om afspraken te maken over hoe waarnemers toezicht kunnen houden op de wapenstilstand.

Amnesty International twijfelt aan de intenties van het Syrische regime om een einde te maken aan het bloedvergieten. Ondanks de belofte aan Annan gaat het regime door met het oppakken van mensen, aldus de internationale mensenrechtenorganisatie.