Volgens de productschappen moeten zowel de werknemers als de werkgevers zich inspannen om het tij te keren.

In het onderzoek, dat werd ondersteund door het ministerie van Economische Zaken, is voor het eerst binnen een sector grootschalig gekeken naar de bewegingen op de arbeidsmarkt en de motieven van werknemers bij het wisselen van baan. De uitkomsten werden maandag door de productschappen bekendgemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat werknemers in het agrofood- en het tuinbouwcluster honkvast zijn. Daarbij komen per 
leeftijdsgroep wel grote verschillen naar boven. Zo blijkt dat 
in de leeftijdsgroep 55+ slechts 20 procent in de periode van 1999 tot 2007 van baan is veranderd. Van de jongeren tot 25 
jaar veranderde in dezelfde periode meer dan 70 procent van baan.

Verder toont het onderzoek aan dat werknemers niet gemakkelijk overstappen van de ene naar de andere (deel)sector binnen het cluster. Bij de instroom lijkt ieders persoonlijk netwerk een belangrijke rol te spelen. De uitzendbranche is een belangrijke leverancier van werknemers en een groot deel van de instroom wordt gevormd door mensen die geen baan hadden.

De mobiliteit van werknemers kan volgens de uitkomsten van het onderzoek in belangrijke mate worden gestuurd door de werkgever. Het initiatief ligt bij de werknemers zelf, maar zij weten vaak niet goed wat zij kunnen doen om hun eigen arbeidsmarktpositie te verbeteren. Werkgevers moeten daar wat aan doen, vinden de productschappen.

De onderzoekers hebben 400.000 veranderingen van baan onderzocht.