Huskyhond in Lapland is in de sneeuw op zijn best
Beesten met een ongekend uithoudingsvermogen en gezelschapsdieren. Dat zijn huskyhonden. In het Noorse Lapland in Karasjok zijn ze van dichtbij in actie te zien. „Skivakantie in de Alpen? De échte wintersporters komen hier.”
Het Noorse Lapland, boven de poolcirkel, maakt zich eind september op voor de winter. De zonnestralen strelen het donkergroene tapijt van de bosrijke heuvels en geven de bruine, rode en oranje tinten van de herfst extra kleur.
Ergens in die heuvels, vlak voor Karasjok, bevindt zich Engholm Husky Lodge, een huskyhondencentrum waar alles over de dieren is te zien en te leren. Tussen de grote naaldbomen van het park staan luxe uitgeruste blokhutten waar bezoekers de nacht kunnen doorbrengen. Een nacht waarin het wolfachtige gehuil van de honden af en toe aanzwelt. Beneden in het dal kabbelt de rivier. Tegen een helder firmament waaiert het poollicht als een groenige sluier.
De honden moeten dagelijks trainen voor de winterperiode, waarin eigenaar Sven Engholm (57) voor zijn gasten avontuurlijke expedities door de sneeuw organiseert. Bij gebrek aan sneeuw in zomer en herfst gebruikt de geboren Zweed voor de training van de honden een quad –een vierwielige brommer– in plaats van een slede.
De dertien ingespannen husky’s van het eerste team kunnen nauwelijks wachten op vertrek. Onder luid geblaf rukken de dieren aan hun riemen. De ochtendzon veroorzaakt een kleurrijke gloed over hun vacht als hun baasje het sein geeft dat ze kunnen gaan. Met een flinke vaart trekken de husky’s het bos in. Achter de rug van Engholm op de quad gezeten, is het voor zijn gast overduidelijk dat hij geniet van zijn honden. Af en toe roept hij een kort bevel naar de dieren: inhouden, sneller, links of rechts. Indrukwekkend om te zien hoe de voorste twee honden hun kop iets draaien om de commando’s te kunnen horen en vervolgens feilloos gehoorzamen.
Op de smalle bospaadjes zwiepen scherpe takken in het gezicht van de quadrijders. Beekjes, keien en dikke boomwortels zijn voor de honden geen probleem. Ze slechten alle barrières. De quad stuitert soms vervaarlijk over de ongelijke bosgrond. Goed vasthouden is het devies.
De rivier in het dal komt in zicht. Mistflarden hangen nog boven het water. Zonder in te houden rennen de husky’s naar de oever. Plotseling houden ze halt. Bevel van hun baasje hebben ze niet nodig. Hier is hun vaste drinkplaats. De dieren doen zich te goed aan het ijskoude water. Waterspetters vliegen in het rond als ze hun vacht uitschudden. De damp slaat van hun lijven, de koele boslucht in.
Engholm runt zijn centrum met zijn vrouw Christel en drie werknemers. Ze moeten het vooral hebben van de winterperiode die in het Noorse Finnmark van half oktober tot begin mei is. „Deze droogtraining is leuk”, zegt Engholm, „maar in de winter gebeurt hier het echte werk. Ook de honden verlangen naar de sneeuw.” Als hij hoort over wintersportende Nederlanders in de Alpen, schiet hij in de lach. „Dat is geen echte wintersport. De échte wintersporters komen hier.”
Engolm heeft wat met sneeuw en husky’s. De Zweed won sinds 1977 elf keer Europa’s langste sledehondenrace van 1000 kilometer in Finnmark. In een race door Alaska van 1800 kilometer eindige hij bij de eerste tien. Zijn sportieve ervaringen en zijn studie geografie komen hem goed van pas in zijn functie als natuurgids en expeditieleider.
„Na enkele grote racewedstrijden ben ik gestopt. Ik wilde het mijn honden niet meer aandoen om ze voor wedstrijden overal mee naartoe te slepen, vaak per vliegtuig. Het was zoeken naar een plek waar ik met de beesten kon neerstrijken en waar ik me kon toeleggen op de organisatie van expedities. Die locatie heb ik hier in Karasjok gevonden. Midden in de rimboe, in een gebied dat mooie strenge winters kent, maar voor gasten toch bereikbaar is via de vliegvelden van Alta en Lakselv.”
De honden zijn uitgerust, hebben hun dorst gelest en zetten zich op een kort bevel van Engholm weer in beweging. „Links, rechts, rechts, links.” De honden gehoorzamen hem onmiddellijk. Engholm zet zijn tanden op elkaar en maakt een sissend geluid. „Daarmee zet ik de dieren aan tot meer spoed”, zegt de Zweed. „Het is belangrijk dat er voldoende variatie zit in de snelheden. Dat houdt de honden scherp en is goed voor de training van hun spieren.”
De conditie van de dieren lijkt eindeloos. Een vijftig minuten lange rit zit erop. De meeste dieren willen nog verder, jaloers als ze zullen zijn op de tweede groep honden die net de bossen instuift. Engholm streelt de nog natte vacht van een van zijn husky’s. „Voor deze beestjes is het vandaag mooi geweest.”
Koud Karasjok
Karasjok ligt in Noors Lapland, in de Noorse provincie Finnmark. De winters in het gebied zijn er streng. In 1886 werd in Karasjok de laagste temperatuur ooit in Noorwegen gemeten: 51,4 graden onder nul.
Circa 80 procent van de bevolking behoort tot de Sami, ofwel de Lappen. Deze bevolkingsgroep heeft een eigen parlement dat in Karasjok staat.
Het gebied is ook bekend onder Nederlandse mariniers vanwege de koudetrainingen. In het najaar van 2006 kwam het in Karasjok tot een vechtpartij tussen mariniers en leden van de plaatselijke bevolking, nadat de militairen de toegang tot een discotheek zou zijn geweigerd.