Opinie

Oranje boven

Nationale vieringen versterken het wij-gevoel. Dat doet de vraag rijzen welke mensen relatief vaak deelnemen aan Koninginnedag, Bevrijdingsdag en dodenherdenking. In Mens & Maatschappij (87e jaargang nr. 1) worden de factoren geanalyseerd die daarop van invloed zijn.

2 April 2012 08:43Gewijzigd op 14 November 2020 20:15

De onderzoekers gaan na in hoeverre socialisatie door ouders en school en integratie in godsdienstige groeperingen van invloed zijn op de participatie in nationale vieringen en herdenkingen. Ook wordt geanalyseerd in hoeverre het koesteren van nationalistische opvattingen hierop van invloed is.

Uit het onderzoek blijkt dat als de ouders gewend waren te vlaggen, de kans relatief groot is dat men zelf een vlag bezit. Hogere inkomens hebben vaker een vlag dan mensen met een lager inkomen. Bij inwoners van grote steden en onkerkelijken is het vlagbezit gering.

Ook het deelnemen aan Koninginnedag, dodenherdenking en Bevrijdingsdag hangt in belangrijke mate af van de manier waarop de ouders daarmee omgingen. Hoger opgeleiden houden wel vaker twee minuten stilte, maar verder is opleiding niet van invloed. Ondanks het vanouds protestantse karakter van het Oranjehuis, blijkt er geen verschil in de viering van Koninginnedag tussen protestanten en rooms-katholieken. Het verschil is veeleer tussen kerkelijken en niet-kerkelijken. Wel wordt in rooms-katholieke regio’s minder vaak de vlag gehesen op Bevrijdingsdag of minder vaak op 4 mei twee minuten stilte in acht genomen.

Zoals te verwachten was, hebben mensen met een patriottische attitude vaker een vlag en nemen ze ook meer deel aan nationale vieringen. Extreem patriottisme (chauvinisme) is hier echter nauwelijks van invloed.

Socialisme & Democratie (jaargang 69 nr. 1/2) brengt een themanummer over de levensloop. Mark Elchardus (VU Brussel) signaleert dat de levensloop, inclusief het levenseinde, mensen tegenwoordig niet meer overkomt, maar duidelijk een product is van bewust handelen. Daarbij zijn met name van belang de spectaculaire verlenging van de levensduur, de langere studieduur, het verdwijnen van de huisvrouw en de hoge tijdsdruk in de middenperiode van het leven.

De relatieve standaardisering van het leven, die de industriële revolutie tot stand gebracht had, wordt volgens een aantal 
auteurs sinds de jaren zeventig van de 
vorige eeuw weer afgebouwd. De standaardbiografie wordt een keuzebiografie. Autonomie en vrijheid staan immers hoog genoteerd. Mensen willen onomkeerbare beslissingen vermijden en kiezen voor losse engagementen en een open toekomst.

Longitudinaal onderzoek maakt echter duidelijk dat de standaardisatie slechts in bescheiden mate wordt teruggedraaid. Ook als mensen de keuze hebben, kiezen ze meestal voor het conventionele patroon. Wel gaat de levensloop van mannen en van vrouwen steeds meer op elkaar lijken.

Het tweeverdienersgezin levert echter een groter risico op bij het coördineren van de verschillende activiteiten. Dat leidt tot druk in de richting van werktijdverkorting, deeltijdwerk, flexibiliteit voor de werknemer, loopbaanonderbreking, een laag kindertal en voorzieningen voor kinderopvang.

Voor een land als België geldt dat de laatste halve eeuw de levensduur met ongeveer zestien jaar is verlengd, terwijl de actieve levensfase met acht à tien jaar is ingekort. Dat is een averechtse ontwikkeling. Het is dan ook nodig dat de verplichte pensioenleeftijd wordt afgeschaft en het in dienst nemen van oudere werknemers goedkoper wordt gemaakt.

Wapenveld (jaargang 62, nr. 1) start een jaarserie over een duurzame mondiale economische orde. Herman Oevermans signaleert dat na de val van het communisme het westers kapitalisme als enig overtuigend maatschappijmodel overbleef. De laatste twintig jaar was er voor de meeste mensen in het Westen sprake van een geweldige materiële vooruitgang. Dat voorbeeld heeft ook Azië in beweging gebracht. Het digitale tijdperk maakt de westerse levensstijl voor iedereen op deze wereld zichtbaar en begerenswaardig.

De Maleisiër Chandran Nair beklemtoont echter dat het westerse model, gebaseerd op ongebreidelde consumptieve groei, niet klopt. Azië zal het anders moeten doen. Het gaat om voedselzekerheid, schoon water, goed sanitair, behoorlijke huisvesting, onderwijs en betaalbare zorg. En dat alles in een duurzame vorm. Daarvoor is een sterke staat nodig.

Oevermans constateert dat juist nu de materiële overvloed door de voorhoede van de mensheid bereikt is en voor anderen binnen handbereik is, de aarde begint te protesteren. Een stabiel ecologisch evenwicht is nog niet in zicht. De vraag is zelfs of dat ook gezien de omvangrijke bevolkingsgroei nog wel haalbaar is.

Volgens Goudzwaard is er in het moderne kapitalisme sprake van afgoderij. Het is niet voldoende dat de markt gecorrigeerd wordt door de overheid. Er is een fundamentelere koerswijziging nodig, wil het leven op aarde leefbaar blijven.

Dr. C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad. Reageren? focus@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer