Dr. Kater: twijfel over nieuwe vormen van kerk-zijn
NIJKERK - Het is de vraag of allerlei nieuwe vormen van kerk-zijn die tegenwoordig ontstaan het werk van de Geest zijn, vindt dr. M. J. Kater. Hij deed zijn uitspraak zaterdag tijdens de christelijke gereformeerde ambtsdragerconferentie in Nijkerk.
De universitair docent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) sprak over de waarde(vermindering) van het christelijke gereformeerde kerkverband (CGK). Met ruim honderd aanwezigen lijkt de trend van een dalend bezoekersaantal tijdens deze conferenties tot staan te zijn gebracht.
Dat de waardevermindering van het kerkverband er is, ontkende de predikant van Sint-Jansklooster niet. Veel mensen willen de kerkdiensten als leuk en fijn beleven, maar ze willen minder verantwoordelijkheid voor het kerkverband dragen. Ook kost bijvoorbeeld het maken van afspraken voor huisbezoek nogal eens moeite.
Zijn lezing ging met name over: ”Ik geloof een heilige, algemene christelijke kerk.” Uit een korte peiling die hij hield bleek dat geen der aanwezigen daarbij alleen dacht aan de CGK. Dat ontlokte hem de opmerking. „Ze kunnen ons in ieder geval niet beschuldigen van kerkisme.”
Het verlaten van de kerk betekende voor de meeste conferentiegangers niet dat men het geloof vaarwel zegt. De geschiedenis van de eigen kerk is iets minder bekend. De meeste aanwezigen dachten dat het boek ”En toch niet verteerd” uitgegeven was ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de CGK, maar het gebeurde bij het 90-jarig bestaan.
Dr. Kater zei dat de waarde van een kerkverband allereerst wordt bepaald door de plaats die Christus er heeft. „Als er geen band met de prediking is, is er ook geen innerlijke band met het kerkverband,” stelde hij. Hij vroeg de plaatselijke gemeente hartelijke lief te hebben, maar ook het kerkverband en allen die de Naam van Christus in allerlei plaatsen aanroepen. Classisvergaderingen vindt hij oefeningen in het zoeken van de eenheid van de kerk. Ambtsdragers moeten daar niet in negatieve termen over andere gemeenten spreken maar ze kunnen daar „elkaars nieren proeven”.
Voor de eenheid van de kerk vindt hij de Drie Formulieren van Enigheid belangrijk. „Die zijn geen papieren paus, maar uitdrukking van de eenheid van het geloof. Een kille orthodoxie is echter geestdodend.”
Aan het eind van zijn betoog stelde dr. Kater dat de CGK een moederlijke taak moeten vervullen om de jongeren een thuis te geven. „Een kerkelijke moeder van 120 jaar is toch niet te oud?”
Bij de beantwoording van een vraag over de betrokkenheid van jongeren pleitte hij ervoor tijdens de catechese de geschiedenis van de CGK te behandelen, „ook al heb je het gevoel tegen een muur te praten. Haal alles uit de kast, want er is iets moois te vertellen.”
De vragen over een nieuwe manier van kerk-zijn, zoals die met name onder jongeren spelen, houden hem wel bezig, maar hij durfde niet te zeggen of het gaat om het werk van de Heere. „Er wordt heel veel gezocht door jongeren. Ik zet geen vraagtekens bij de oprechtheid daarvan, maar het is wel de vraag of dit de stroom van de Geest is of van de geest van de tijd waar je tegen op moet roeien. Ik ben nog niet zo ver dat ik allerlei nieuw ontstane kleine groepjes zie als het werk van Christus.” Tegelijkertijd vindt hij dat de kerk die de ramen sluit en niet kijkt naar de veranderingen in de maatschappij niet op de goede weg is.