Stolpboerderij blijkt ouder dan gedacht
HOOGKARSPEL – Stolpboerderijen sierden de Hollandse landschappen veel eerder dan tot nu toe werd aangenomen. In Hoogkarspel is een stolpboerderij ‘ontdekt’ die rond 1560 is gebouwd.
Dat maakte wethouder Wagenaar-Kroon van de gemeente Drechterland donderdag bekend. Tot voor kort ging men ervan uit dat de oudste stolpboerderijen dateerden van bijna een halve eeuw later.
De ontdekking van de boerderij in Hoogkarspel werd enkele maanden geleden gedaan. Het houten vierkant dat de constructie vormde van de stolp, bleek qua houtsoort en datering uniek. Drechterland gaf Archeologie West-Friesland de opdracht het hout nader te onderzoeken. Dit onderzoek toonde aan dat de eiken die voor de hoofdconstructie zijn gebruikt, in 1559 in Noorwegen zijn gekapt. Het hout is vervolgens per boot naar Hoogkarspel vervoerd, waar de stolpboerderij kort daarna is gebouwd.
Een stolpboerderij is een boerderij waarbij alle bedrijfs- en woonfuncties, zoals stal, hooiberg en woonhuis, gescheiden van elkaar onder één dak zijn ondergebracht. Stolpboerderijen staan voornamelijk in Noord-Holland.
Michiel Bartels van Archeologie West-Friesland ziet de stolpboerderijen steeds meer uit het landschap verdwijnen. „Sinds de Tweede Wereldoorlog is meer dan 40 procent van de stolpen gesloopt. Daarvoor zijn veelal geen boerderijgebouwen teruggekomen.” Om de boerderijen te behouden, noemt hij het van groot belang om onderzoek te doen en hopelijk een stukje cultuurhistorie te ontdekken. Hij sluit niet uit dat deze onderzoeken nog oudere stolpboerderijen aan het licht brengen.
Volgens Willem Messchaart, bestuurslid van de Boerderijenstichting Noord-Holland, levert de ontdekking van de stolpboerderij in Hoogkarspel „eindelijk hard bewijs” van de ouderdom van de stolpen. Messchaart ziet de vondst als een uitgelezen kans voor een systematisch onderzoek in heel Noord-Holland om meer inzicht in de oorsprong van de stolpboerderij te krijgen. „Dat onderzoek pakken we graag samen met de provincie op.”
Messchaart betreurt de verdwijning van de stolpboerderijen uit het landschap. „Voor de agrarische sector zijn de stolpen niet meer noodzakelijk. Ruim 80 procent van de landbouwgrond wordt bestemd voor dorpen, steden en infrastructuur. Boerderijen staan soms letterlijk in de weg. Alleen een herbestemming kan de karakteristieke stolpen redden. Hierbij valt te denken aan een bestemming als agrarische woning of kantoor, een gemeentehuis, dierenasiel of zorgboerderij. Op die manier kunnen we de identiteit van de streek behouden.”
De Boerderijenstichting Noord-Holland maakt zich sterk voor de bevordering van hergebruik van de stolpboerderijen. „Als stichting geven we adviezen aan toekomstige eigenaren en overleggen we met projectontwikkelaren om de herbestemming van de stolpen zo ruim mogelijk in te vullen”, aldus Messchaart.
Het bestuurslid van de stichting is positief gestemd over de toekomst van de stolpboerderij. „Er zijn nog ruim 5000 stolpen. Dat maakt onderzoek interessant en biedt perspectief. Ze maken deel uit van een levende provincie. We sluiten niet uit dat in de toekomst nog oudere stolpboerderijen worden aangetroffen.”