Verhoging noodfonds stuit op lauwe reacties
KOPENHAGEN (ANP) – Het Europese financiële vangnet voor eurolanden wordt groter. De ministers van Financiën van de 17 eurolanden bereikten hierover vrijdag in Kopenhagen overeenstemming. Er kwamen vooral lauwe reacties, hoewel de ministers zich positief toonden. De financiële markten veerden op, maar reageerden koeltjes.
Het vangnet krijgt een totale capaciteit van 800 miljard euro in plaats van de eerdere afspraak van een limiet van 500 miljard euro. De ministers hebben afgesproken dat verstrekte leningen aan Griekenland, Ierland en Portugal uit onder meer het tijdelijke noodfonds opgeteld worden bij de 500 miljard. Zo komt de teller dan uiteindelijk uit op 800 miljard euro, oftewel 1 biljoen dollar (1000 miljard).
Afgelopen weken riepen toonaangevende partijen de eurolanden al op om de „moeder aller noodfondsen” op te richten van 1 miljard euro. Econoom Carsten Brzeski van ING sprak van een „klassiek compromis.” Volgens Brzeski is een „bijna wanhopige poging” gedaan om toch nog met het „magische cijfer” van 1 biljoen te komen.
Een aantal Europarlementariërs wierpen zich op als criticasters. GroenLinks noemde het een gemiste kans dat de ministers het noodfonds niet krachtiger hebben verhoogd. Het blusvermogen blijft onvoldoende om eventueel grotere landen als Spanje en Italië te helpen, aldus Bas Eickhout. Ook de leider van de liberale fractie, Guy Verhofstadt, denkt niet dat de beslissing op lange termijn leidt tot stabiliteit op de financiële markten. Hij had het over een stoplap.
De Duitse minister Wolfgang Schauble had het over „dom gepraat” van mensen die steeds zeggen dat meer geld in het noodfonds de oplossing is. „Als je je problemen niet oplost, helpt het ook niet om een heel groot fonds te hebben.”
Het Internationaal Monetair Fonds verwelkomde het akkoord. Het is een „cruciale stap” om de schuldencrisis in de eurozone te verijdelen, zo luidde de persverklaring.
Voor minister Jan Kees de Jager was en is het allerbelangrijkste dat landen hun huishouden op orde brengen en houden. Het noodfonds is „symptoombestrijding, maar noodzakelijk om de financiële markten af te schrikken.” Het vangnet mag geen excuus zijn voor landen om achterover te leunen als het gaat om hervormen en bezuinigen.
De Belgische minister Steven Vanackere zei het niet raar te vinden dat landen zoals Duitsland, die voor een groot deel opdraaien voor de problemen in andere landen, zeker willen weten dat elke lidstaat zijn werk doet en zich houdt aan de begrotingsdiscipline. Hij hoopt dat het fonds „zo afschrikwekkend is als een soort atoombom die nooit gebruikt hoeft te worden.”