Het andere gezicht van Robert M.
AMSTERDAM (ANP) – Het was de Robert M. die nog niet eerder was gezien tijdens het proces. Soms opgetogen, vaak geanimeerd, geamuseerd, vol van zichzelf en zijn eigen activiteiten, spottend, honderduit pratend. Zorgvuldig formulerend; belerend ook, zoals wanneer hij het verhoorkoppel van de politie uitlegt dat ’misbruik’ eigenlijk niet de goede term is. ’Activiteit’ is beter, legt hij uit.
Ademloos kijken de aanwezigen in de rechtszaal vrijdag naar een compilatie van beelden van politieverhoren, samengesteld door het Openbaar Ministerie. In 20 minuten wordt een beeld van Robert M. neergezet dat een flink contrast vormt met hoe hij zich tot dusver tijdens het proces heeft gepresenteerd. In de zittingszaal heeft hij de afgelopen dagen uitvoerig over zijn beroerde jeugd en zijn jarenlange en uiteindelijk verloren strijd tegen zijn verboden seksuele voorkeur verklaard.
In de verhoorkamer vertelde hij, al dan niet met een pop op schoot, uitvoerig hoe een jong kind gepenetreerd moet worden, hoe dol de zogeheten Cable Man (een Amerikaans kinderpornocontact) op de door M. geleverde beelden van kindermisbruik was en dat M. deze beelden beschouwde als „een kunstwerk.” Ook zei hij tijdens een verhoor ergens te hopen dat zijn zelfgemaakte kinderpornocollectie op internet belandt. „Voor de gemeenschap”, zei hij tegen zijn verhoorders. „Dan kunnen ze er nog meer plezier aan beleven. Ik zal het nooit meer kunnen.”
Bij wijze van tegenhanger van de door het OM getoonde beelden, hadden ook M.’s advocaten een beeldselectie gemaakt. Hierop was onder meer te zien hoe M. tijdens een verhoor geruime tijd huilt. Het bleef onduidelijk waarom hij huilde, omdat het verhoor nagenoeg onverstaanbaar was.
De rechtbank hoorde vrijdag twee gedragsdeskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC), waar M. en zijn partner Richard van O. 7 weken zijn geobserveerd. M. heeft geweigerd aan het PBC-onderzoek mee te werken. De deskundigen hebben niettemin een uitvoerig rapport over hem geschreven en geadviseerd hem langdurig en intensief in een streng beveiligde tbs-kliniek te behandelen. Deze behandeling zal M. overigens niet van zijn seksuele voorkeur voor zeer jonge kinderen afhelpen, verwachten zij.
Het OM zinspeelde er vrijdag op dat die behandeling pas zal kunnen beginnen na een langdurige celstraf. Eind volgende week zal het OM de strafeis bekendmaken.
Kritiek
Advocaat Wim Anker heeft vrijdag vraagtekens geplaatst bij het rapport van het Pieter Baan Centrum (PBC) over zijn cliënt Robert M. Hij vroeg zich af of er wel voldoende basis is voor het advies om hem intensief en langdurig in een tbs-kliniek te behandelen.
M. heeft geweigerd om mee te werken aan het onderzoek. Daardoor hebben de onderzoekers zich voor een belangrijk deel gebaseerd op de politieverhoren van de verdachte. Volgens Anker is het echter heel wat anders wanneer iemand met rechercheurs om de tafel zit dan met onderzoekers.
Anker vroeg zich af of het niet „griezelig” is om dan toch met zo’n „stevig advies” te komen. „Ik mis de slagen om de arm, de terughoudendheid.” Ook wees hij op vermeende tegenstrijdigheden in het rapport.
Volgens de PBC-onderzoekers is M. niet alleen pedo-, maar ook hyperseksueel. Zij achten het gevaar voor herhaling groot.
PBC-psychiater Marijke Drost zei dat Robert M. zich gedurende zijn 7 weken durende observatie „arrogant en zelfingenomen” heeft opgesteld tegenover de medewerkers van de kliniek, „onder alle omstandigheden.”
In het algemeen verdraaien pedoseksuelen de werkelijkheid om op die manier hun eigen gedrag goed te praten, verklaarde Drost. Aldus zien zij vaak niet de noodzaak hun gedrag te veranderen. Ook zijn zij geneigd te beweren dat kinderen het misbruik fijn vonden en dat zij juist vaak het initiatief nemen tot seksuele activiteit, aldus Drost.