Analyses laten volgens de makelaarsvereniging zien dat woningen die aan deze dag meedoen een grotere kans hebben om verkocht te worden dan woningen die niet deelnemen. Van de huizen die op 1 oktober aan de open dag meededen, was na een half jaar 17 procent verkocht. Bij de huizen die niet meededen was dit 10 procent.

„Een groot verschil, wat slechts ten dele wordt verklaard door het feit dat de meer courante woningen aan de openhuizendag meedoen, en de minder courante woningen niet”, zegt Roeland Kimman van de NVM. Minder courant zijn bijvoorbeeld vrijstaande, of duurdere woningen.

Aan de laatste editie deden ruim 50.000 woningen mee. Dat was 30 procent van de 170.000 woningen die toen in de verkoop stonden. De dag trok 95.000 bezoekers, tegen 130.000 bij de voorjaarseditie. Het uitzonderlijk mooie weer en onzekerheid over de economie en de woningmarkt zorgden voor aanzienlijk minder bezoekers aan de open dag.

Volgens de NVM laat het effect van een openhuizendag zich al in de aanloop naar de dag gelden. In de metingen van het aantal transacties op weekbasis ziet de makelaarsvereniging iedere keer een lichte piek in de week voorafgaand aan een open dag. „Naar alle waarschijnlijkheid zijn dit mensen die voor zekerheid gaan en de woning kopen voordat deze nieuwe geïnteresseerde woningzoekers aantrekt.”

De verwachting is dat aan deze lente-editie meer woningen dan ooit mee zullen doen. De makelaars doen er alles aan om kopers ervan te overtuigen dat het nu hun markt is. Ze wijzen op de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting, de relatief lage rente, een goede onderhandelingspositie door het grote aanbod en een verhoogde NHG-garantie.