De Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) in Amsterdam sluit niet uit dat het nog vaker is misgegaan, maar concrete cijfers zijn op dit moment niet voorhanden. De CNV Bedrijvenbond betreurt het incident.

Medewerkers van particuliere ambulancediensten draaiden de afgelopen twee weken zondagsdiensten wegens een conflict met de werkgevers over hun pensioen. Op dit moment moeten ze doorwerken totdat ze 59 jaar zijn, bij de ambulancediensten die onder de overheid vallen is dat 55 jaar.

De bonden hebben beloofd dat de spoedeisende hulpverlening niet onder de stakingsacties zou vallen. Als er sprake is van spoedgeval, moet een ambulance uiterlijk een kwartier nadat de melding is binnengekomen, ter plaatse zijn. Afgelopen woensdag lukte dat niet. Een vrouw uit Hoofddorp moest toen 28 minuten wachten tot er een ambulance arriveerde. Ze was door een valpartij buiten bewustzijn geraakt.

Bij de CPA in Amsterdam, die de ambulancediensten in Amsterdam en omstreken verdeelt, kwam ’s ochtends even na tienen de melding uit Hoofddorp binnen. Net daarvoor waren er twee ambulances opuit gestuurd in verband met een aanrijding. Daarom moest er uiteindelijk uit Haarlem een ambulance naar Hoofddorp.

„We hebben moeten schuiven”, aldus een woordvoerster van de CPA, die spreekt van een „heel vervelende situatie.” Voorzover haar bekend is, hebben de stakingsacties onder ambulancepersoneel niet tot meer van zulke incidenten geleid. Maar ze sluit het ook niet uit. „Door de stakingsacties zijn minder auto’s beschikbaar. De druk op de meldkamers is groot. Zeker bij de zogeheten bestelde ambulancediensten voor niet-spoedeisende gevallen ontstaan nu knelpunten. Er zijn mensen die bijvoorbeeld voor een chemokuur moeten worden opgehaald. Daar zit ook een vorm van spoed bij.”

De CNV Bedrijvenbond noemt het incident in Hoofddorp „ontzettend betreurenswaardig.” De CPA moet onder de huidige omstandigheden roeien met de riemen die ze heeft, aldus bestuurder Burg Anker. Hij sluit overigens niet uit dat het incident ook onder normale omstandigheden had kunnen gebeuren. Hij wijst op onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Daaruit bleek dat in 2001 8 procent van de spoedritten de ambulances te laat was, dat wil zeggen dat de ambulance niet binnen de vereiste vijftien minuten ter plaatse was. Het kabinet buigt zich momenteel over de vraag of er meer geld beschikbaar kan komen.