Opinie

Heldere blik Van Agt is troebel

Na lezing van het interview met oud-premier Van Agt in deze krant betwijfelt Rachel Levy

11 August 2003 07:45Gewijzigd op 14 November 2020 00:29

of Van Agts huidige kijk op Israël en de Palestijnen beter gefundeerd is dan zijn mening begin jaren tachtig. Israël maakt zich schuldig aan terrorisme. Van Agt zou Israël nooit meer verdedigen zoals hij begin jaren tachtig deed. Israël is volgens hem tot „opperste wandaden” in staat. De huidige Israëlische premier Ariel Sharon zag volgens Van Agt in 1982 „met welwillende ogen toe” hoe christelijke falangisten honderden vluchtelingen vermoordden in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila, in de buurt van Beiroet. De VS zijn pro Israël en in Israël „telt alleen Washington.” Het interview op 26 juli met deze krant, waarin hij bovenstaande uitspraken deed, ging tot slot volgens Van Agt over „Palestina” - een land dat momenteel volgens geen enkele westerse atlas bestaat.

Van Agt zegt dat hij, net als vrijwel alle Nederlandse politici, jarenlang is verblind door schuldgevoelens jegens Joden, vanwege het onevenredig hoge percentage Nederlandse Joden dat in de Tweede Wereldoorlog is vermoord. Die schuldgevoelens lagen ten grondslag aan de Nederlandse steun voor Israël. Inmiddels realiseert Van Agt zich dat dit de aanleiding van zijn politieke steun voor Israël was. Hij heeft, als het ware, het licht opnieuw gezien, en claimt het Midden-Oosten inmiddels met verbeterde, heldere, objectieve blik te bekijken. Het is niet aan mij Van Agts eigen psychoanalyse in twijfel te trekken. Of zijn huidige kijk beter gefundeerd is dan zijn toenmalige, betwijfel ik echter wel.

Jenin-rapport
Als bewijs van Israëls vermeende criminele gedrag verwijst Van Agt bijvoorbeeld naar een anonieme VN-waarnemer die Israëls optreden in Jenin in april 2002 bekritiseert. Dat diezelfde VN in hun officiële rapport over Jenin de Arabische aantijgingen van een massaslachting verwerpen en Israël volledig rehabiliteren, verzwijgt Van Agt echter. Dat geldt eveneens voor de conclusie van de VN dat er relatief veel burgerslachtoffers waren onder de in totaal 56 doden omdat de Palestijnse terroristen hun eigen burgers misbruikten als menselijk schild.

Waarbij de vraag natuurlijk is of Van Agt dit niet vertelt omdat hij het niet weet, of omdat hij bovenstaande conclusie van de VN tijdelijk is vergeten.

Hoe het ook zij, van een evenwichtig, goed gefundeerd standpunt lijkt ook anno 2003 geen sprake te zijn bij de heer Van Agt. Dit blijkt eveneens uit een aantal opmerkingen die vooral sensationeel, maar weinig inhoudelijk van aard zijn. Zo beweert Van Agt dat het Israëlische leger zich schuldig maakt aan „terrorisme”, maar hij weigert toe te lichten wat hij hiermee bedoelt. Ook zou Ariel Sharon volgens hem in 1982 „met welwillende ogen” bij de slachting in Sabra en Shatila hebben toegekeken. Was Van Agt soms zelf óók in Sabra en Shatila, dat hij weet hoe Sharon precies keek?

Jammer dat Van Agt zich richt op stemmingmakerij, terwijl hij de droge feiten, zoals het rapport van de Israëlische commissie-Kahan, geheel weglaat. Die commissie concludeerde in 1983, na zorgvuldig onderzoek, dat het Israëlische leger had moeten voorzien dat de falangisten de moord op hun premier, Bashir Gemayel, en 25 van zijn aanhangers zouden wreken in de kampen, en zich niet zouden beperken tot het zoeken en arresteren van verdachten. Na publicatie van dit rapport trad de toenmalige minister van Defensie, Ariel Sharon, af.

Liberale democratie
De talloze Israëlische grote demonstraties in de jaren tachtig tegen de eigen regering, gevolgd door het onderzoek van de commissie-Kahan, geven blijk van een goed functionerende, liberale democratie, waar hoor en wederhoor, bestuurlijke transparantie, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid de norm zijn. Ook na de militaire operatie in Jenin in 2002 heeft Israël -onafhankelijk van de Verenigde Naties- een dergelijk diepgaand onderzoek ingesteld naar de gebeurtenissen in de Palestijnse stad. Want hoe verschillend politieke partijen in Israël ook mogen denken over maatschappelijke en economische problemen, over één ding zijn zij het eens: het land is een liberale, open democratie, waarin de leiders verantwoording en rekenschap moeten afleggen van hun daden en op hun beleid kunnen en moeten worden afgerekend.

Dat Van Agt waarnemingen en conclusies van onafhankelijke Israëlische onderzoekscommissies ’vergeet’ te noemen, wijst erop dat hij deze irrelevant vindt. Feitelijk impliceert hij daarmee dat Israël geen serieuze democratie is, waarin leiders rekenschap geven van en verantwoording nemen voor hun daden. Verborgen in insinuerende, sensationele opmerkingen uit Van Agt zo de grootst mogelijke aantijgingen aan Israëls adres - zonder deze serieus en openlijk te beargumenteren. Deze aantijgingen zijn onjuist en ongefundeerd, en vanwege het achterwege laten van argumenten bovendien gemakzuchtig laf.

Het is te hopen dat Van Agt zijn mening binnenkort opnieuw bijstelt, maar dan vooral objectiveert en zich tot de feiten beperkt. Stemmingmakers zijn er genoeg in het Midden-Oosten. Wat Israël, maar vooral de Palestijnen het hardst nodig hebben, is steun van mensen die het hoofd koel houden.

De auteur is journalist en gespecialiseerd in het Arabisch-Israëlische conflict. Zij werkt aan een boek over de Oslo-onderhandelingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer