Krimpen verslaat Kreta
Warm, warmer, warmst. Nederland zindert in tropische temperaturen. Hoeveel hitte kan een Hollandse kaaskop verdragen? „We kunnen beter tegen de kou dan tegen de warmte.”
„Gegarandeerd zonzeker! Zongarantie: 100 procent”. Wie in de wintermaanden zoekt naar een zomervakantie, wil veel zon. Hoe heter, hoe beter. Vanaf het vakantieadres gaan stapels ansichtkaarten naar het vaderland met in het zonnetje op de linkerbovenhoek vermelding van de lokale temperatuur. Telefoontjes naar huis kennen nauwelijks onderdrukt leedvermaak. „Regent het bij jullie al de hele week?”
Deze zomer zijn de rollen omgedraaid. Het is in Andijk warmer dan op de Antillen, Krimpen verslaat Kreta en Tubbergen laat Turkije achter zich. Donderdag even voor het middaguur was het zover: Nederland ondergaat officieel een hittegolf. De 34e sinds 1901.
Kende juli al een flink aantal warme dagen -de Vierdaagse van Nijmegen werd vanwege de brandende zon zelfs ingekort-, augustus lijkt alle records te breken. Temperaturen klimmen tot tropische waarden. Zelfs de wassen beelden bij de Engelse vestiging van Madame Tussaud hebben het moeilijk en gaan zweten.
Korte broeken
Naast lusten brengt de zomer lasten. Smog in verschillende delen van het land, lage waterstanden, boeren in de problemen. Om maar te zwijgen over bejaarden die het warm hebben.
Vakorganisatie FNV Bondgenoten kreeg deze week honderden telefoontjes van bezorgde leden. Mensen wilden vooral weten bij welke temperatuur ze het bijltje erbij neer mogen gooien. Ook hadden ze vragen over tropenroosters en kledingvoorschriften. „Eigenlijk krijgen we elke zomer als het zo heet is veel telefoontjes.”
Op de website van de vakbond staan regels voor het werken in deze hitte. De maximale temperaturen hangen sterk af van wat voor soort werk wordt gedaan. De grens voor kantoorwerk ligt op 30 graden, voor licht werk op 28 graden en voor zwaar werk op 26 graden. Als die grens is bereikt, kan de werkgever meer pauzes inlassen, beter ventileren of korte broeken toestaan. „In de wet staat niets over temperatuur”, aldus de Arbeidsinspectie. „Ieder mens heeft een andere tolerantiegrens en ook de luchtvochtigheid maakt veel uit.”
Sommige bedrijven kozen deze week voor een tropenrooster: eerder beginnen en eerder naar huis. Verscheidene ambtenaren van de gemeente Abcoude zaten deze week al om zeven uur ’s ochtends achter hun bureau. Zij die vasthielden aan de gewone werktijden weken uit naar de raadzaal. Daar is airco.
Directeuren van basisscholen zien de bui al hangen. Maandag gaan in de noordelijke regio’s de schooldeuren weer open. „Je moet er niet aan denken om nu les te geven”, zegt een leerkracht. „Liever zwemles.”
Zweet
Hoeveel warmte kan een mens verdragen? Heeft de hitte invloed op agressie? En hoe komt het dat we 32 graden in Marseille lekkerder vinden dan 32 graden in Markelo?
Bekende vragen voor drs. Peter Reffeltrath, thermofysioloog bij TNO Technische Menskunde in Soesterberg. De afdeling waar hij werkt, houdt zich bezig met de invloeden van koude en warmte op de mens. Een van de belangrijkste opdrachtgevers is het ministerie van Defensie. „In klimaatkamers kunnen we meten hoe mensen functioneren in een warm en vochtig klimaat of juist in droge en hete gebieden. Soldaten kunnen daar hun kleding op aanpassen.”
Voor de huidige missie van het Korps Mariniers naar het zuiden van Irak deed TNO vooronderzoek. „Het zijn daar bepaald geen prettige omstandigheden”, zegt Reffeltrath. „De temperaturen kunnen oplopen tot 50 graden. Al is de warmte anders. Irak kent een droog klimaat met een lage relatieve luchtvochtigheid.”
Het is de relatieve luchtvochtigheid van 70 tot 80 procent die ons deze dagen doet puffen. „Hoe vochtiger hoe lastiger het is om zweet te verdampen. Alles plakt en kleeft.”
Naast luchtvochtigheid hebben nog drie andere zaken invloed op de ”effectieve warmte”: de temperatuur van de lucht, de hoeveelheid zonnestraling en de wind. „Een beetje wind kan de lucht snel verversen. Voor het gevoel is het dan frisser. Ga maar na: iemand die nat is en in de wind gaat staan, krijgt het koud.”
Kleding
In de eerder genoemde klimaatkamers van TNO kan de temperatuur oplopen tot 60 graden Celsius. Brandweermensen in beschermende kleding mogen naar binnen. Met hetzelfde gemak onderwerpen de TNO’ers hun vrijwillige proefpersonen aan 20 graden onder nul. „Hoe houdt een getrainde militair zich dan in een thermische slaapzak.”
Het lichaam van een mens kan vrij hoge temperaturen aan, stelt Reffeltrath. „Daarbij hangt het er wel van af wat iemand doet en welke kleding hij of zij draagt. In het algemeen geldt dat hoe meer iemand zich inspant hoe meer warmte hij genereert. Die warmte zoekt een uitweg. Zolang dat kan, is er niets aan de hand.”
Wordt die ’uitweg’ op een of andere manier geblokkeerd, dan ontstaan er problemen. „We slaan de warmte dan op in ons lichaam. De lichaamstemperatuur van 37 graden stijgt. Mensen voelen heet aan, zijn rood, maar zweten weinig. Bij een lichaamstemperatuur van 42,3 graden kan de dood intreden. Het lichaam gaat dan eiwitten afbreken.”
Berucht zijn de voorbeelden van mensen die midden op de dag op een bloedheet strand in slaap vallen en bewusteloos raken. Bij slaap komt het lichaam tot rust en neemt de bloedcirculatie af, met alle gevolgen van dien.
Vijf graden meer kan dus al dodelijk zijn. Naar beneden kan een mens meer hebben. „We kunnen beter tegen de kou dan tegen de warmte”, aldus Reffeltrath. „Bij een lichaamstemperatuur van 32 graden gaat het allemaal niet zo best meer, maar je leeft nog. Warmteprocessen gaan sneller. Bovendien: tegen kou kun je je beter wapenen. Aan hitte valt nauwelijks te ontkomen.”
Siësta
Dat we op vakantie beter tegen de warmte kunnen dan thuis is voor een groot deel ook te danken aan de relatieve luchtvochtigheid. „Die is in zuidelijke landen lager.”
Komt bij, zegt Reffeltrath, dat iemands levensritme op vakantie anders is. „Je eet later, neemt de gewoontes van het land aan. Tussen twaalf en drie siësta, rustiger aan doen.”
Het is een kwestie van gewenning, ook nu. „Je ziet dat mensen hun ritme aanpassen. We lopen aan de schaduwkant van de straat, nemen een flesje drinken mee. We eten niet te veel en op een later tijdstip. Je gaat ernaar leven, raakt eraan gewend.”
Hete hoofden, hete harten is een bekend verschijnsel in de zomer. Als het warmer is, kunnen mensen minder hebben. Het aantal geweldsmisdrijven neemt toe. Reffeltrath: „Ligt dat aan de warmte? Of komt het omdat we meer buiten op straat zijn en elkaar horen en zien. Of omdat er meer wordt gedronken? Of omdat we ’s nachts toch wat slechter slapen? We zijn er nog niet uit.”
Rustig aan, niet te veel in de zon, goed drinken; het zijn de simpele adviezen van Reffeltrath om het hoofd koel te houden. „Kwestie van een hoog gezondverstandgehalte.”
En een advies aan de scholen die maandag weer beginnen: deel water uit. „Water in je lichaam is beter dan eroverheen.” Mocht er toch behoefte zijn aan dat laatste: „Een T-shirt in een bak met water en vervolgens nat aantrekken. Geeft heerlijke verkoeling.”
Vakantie heeft de TNO-deskundige nog niet gehad. Eind van deze maand reist hij af naar Zuid-Frankrijk. Natuurlijk hoopt hij op mooi weer. Niet te warm, niet te koud, niet te droog, niet te nat. „Afwisseling, dat is het beste.”