Kerk & religie

Syrische christenen vrezen val regime Assad

DAMASCUS – Een groot deel van de christenen in Syrië vreest de val van het Ba’athregime. Er zijn signalen die erop wijzen dat de positie van christenen niet zal verbeteren als president Assad gedwongen wordt te vertrekken.

Van onze correspondent
28 March 2012 11:09Gewijzigd op 14 November 2020 20:10
Assad. Foto EPA
Assad. Foto EPA

De Noord-Syrische stad Aleppo werd op 18 maart opgeschrikt door een krachtige explosie. Een auto volgeladen met explosieven ontplofte in de wijk Suleimaniya. In een reportage op de staats­televisie over de aanslag was het silhouet zichtbaar van een nabijgelegen kerk. Suleimaniya heeft een grote christelijke populatie. Syrische christenen vermoeden dat de locatie van de aanslag geen toeval was.

Veel Syrische christenen veroordelen de aanslagen die met enige regelmaat in hun land worden gepleegd. Zij beschouwen ze als pogingen om de staat te destabiliseren. Alle in de hoofdstad Damascus residerende bisschoppen riepen eerder deze maand het Syrische volk in een gezamenlijke verklaring op de eenheid te bewaren. Zij typeerden de aanslagen als „barbaars en crimineel.”

Ook de Grieks-orthodoxe patriarch Ignatius Hazim liet zich recent kritisch uit over de opstand in Syrië. Volgens hem bedreigt de onrust in het land de nationale eenheid. In een toespraak die integraal werd gepubliceerd door de Syrische krant al-Watan stelde de patriarch dat de nationale eenheid in Syrië „zeldzaam is in de wereld.” Volgens hem is het land „een model voor christelijk-islamitische eenheid die al haar zonen verenigt.

In Syrië worden christenen en moslims samen geboren, samen opgevoed en zullen ze eensgezind blijven”, aldus Hazim. Hij benadrukte verder dat de terroristische aanslagen in Damascus en Aleppo geen onderscheid maakten tussen moslims en christenen: „Het bloed van beiden vermengde zich.”

In christelijke kringen in Europa leidt het tot verwondering en zelfs tot ongenoegen dat Syrische christenen zich keren tegen de aanslagen en zich in meerderheid verre houden van de demonstraties waarin de val van het Syrische regime wordt geëist.

Het terughoudende optreden van Syrische christenen heeft echter een reden. Vanaf het begin leeft er bij hen de gedachte dat de val van het Ba’athregime weinig goeds voorspelt. De huidige Syrische machthebbers hebben christenen altijd goed behandeld en staan hen grote religieuze vrijheden toe.

De vrees dat het er voor christenen na de val van het regime-Assad niet beter op wordt, werd enkele maanden geleden versterkt door een toespraak van Adnan al-Arur. De sjeik ontwikkelt zich tot spiritueel leider van de Syrische oppositie. Met zijn toespraken via het islamitische satellietkanaal al-Safa bereikt hij miljoenen Syriërs.

In een van zijn redes dreigde Adnan al-Arur „dat allen die de Syrische oppositie niet steunen, na de val van het regime zullen worden verscheurd, in stukken gehakt en aan de honden gevoerd.” Veel christenen interpreteerden dit als impliciete dreiging aan hun adres.

De angst van christenen voor de val van het regime-Assad werd versterkt door een bericht dat de Syrische website al-Haqiqa eerder deze maand publiceerde. Het artikel over de situatie 
van christenen in Homs laat niets aan duidelijkheid te wensen over.

Bijna 90 procent van de christenen in Homs is de stad ontvlucht. De christenen die blijven, krijgen bezoek van de wahabitische Faruqbrigade. Gewapende militanten van deze beweging zijn bezig alle gebouwen en woningen in Homs die eigendom zijn van christenen „schoon te vegen.”

In de overwegend christelijke wijken Hamidiya en Bustan al-Diwan gaan de islamitische strijders van huis tot huis om de daar wonende christenen te sommeren onmiddellijk hun woningen en Homs te verlaten.

Kerkelijke bronnen in Homs meldden dat gewapende militanten dreigden christelijke bewoners te zullen neerschieten als ze niet onmiddellijk hun huizen verlieten. Foto’s van hun lichamen zouden worden opgestuurd naar de Arabische nieuwszender Al-Jazeera met de mededeling dat de slachtoffers waren vermoord door het Syrische leger. De christenen mochten geen bezittingen meenemen. Hun woningen en bezittingen werden door de militanten beschouwd als oorlogsbuit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer