Romeo Hoost: Beschuldiging tegen Bouterse veel te laat
PARAMARIBO (ANP) – De beschuldiging van een belangrijke getuige in het proces van de Decembermoorden van 1982 in Suriname dat Desi Bouterse indertijd twee mensen persoonlijk heeft doodgeschoten is geloofwaardig, maar komt wel 30 jaar te laat. Dat heeft Romeo Hoost, voorzitter van het Comité Herdenking Slachtoffers Suriname, vrijdag tegen het ANP gezegd.
Hoost reageerde op een verklaring eerder vrijdag van Ruben Rozendaal voor de Krijgsraad in Suriname. Rozendaal had onder ede verklaard dat Bouterse Cyrill Daal en Soerindre Rambocus, twee prominente tegenstanders van het toenmalige regime, in 1982 heeft doodgeschoten.
„Het is voor het eerst dat iemand die persoonlijk bij de zaak is betrokken zo’n verklaring tegen Bouterse heeft afgelegd”, stelt Hoost. „Maar dat Bouterse Daal en Rambocus heeft doodgeschoten is op zich geen nieuws. Bouterse koesterde een persoonlijke rancune tegen die twee.”
Rozendaal is zowel getuige als verdachte in het proces van de Decembermoorden. Hoost vermoedt dat Rozendaal nu pas tegen de oud-legerleider, die sinds augustus 2010 president is, heeft getuigd omdat die hem heeft laten vallen.
Hoost, een neef van de bij de Decembermoorden omgebrachte advocaat en oud-minister van Justitie Eddy Hoost, hoopt dat de verklaring van Rozendaal voor prominente leden van de Nationale Democratische Partij (NDP) van Bouterse aanleiding is afstand te nemen van de oud-legerleider. Hij doelt onder meer op parlementsvoorzitter Jenny Simons. „Als ze dat niet doen, zijn ze voor mij niets beter dan Bouterse”, aldus Hoost.