90-jarige handwerkjuf Garrigie is een begrip in Oldebroek
OLDEBROEK – Honderden meisjes uit Oldebroek leerden de afgelopen 33 jaar haken en breien bij handwerkjuf Garrigie Hardlooper. Vandaag wordt ze 90 jaar. Nog altijd geeft ze elke week les op de Eben-Haëzerschool. „Als ze streng is, is ze toch aardig”, zegt Judith.
Is het nu Garrechie, Garrygien, of Garrigie? Weinig mensen weten hoe je haar naam schrijft. Maar wat de precieze spelling ook mag zijn, Garrigie is een begrip op de reformatorische basisschool van het Gelderse Oldebroek. „De kinders zeggen nooit juf tegen mij. Ik ben gewoon Garrigie. Zo moeten ze me ook aanspreken”, zegt ze beslist terwijl ze de borduurwerkjes klaarlegt.
Zeven meisjes uit groep 4 buigen zich vandaag over een lapje waarop ze hun voorletter en een versierde rand borduren. „Ik begin altijd met makkelijke dingen”, zegt Garrigie. „’t Ben ook nog maar van zulke kleine handjes. Als ze hier klaar mee zijn, maak ik er een kussentje van.”
„Wat is er met jou?” vraagt Garrigie aan Gerdien, die voor zich uit zit te staren. „Niks doen kunnen we hier niet gebruiken hoor, anders ga je maar terug naar de klas.” Gerdien pakt snel haar naald en draad en gaat verder met het randje waar ze mee bezig was. „Ik zou best terug willen naar de klas”, zucht haar klasgenootje Willianne. „Ik vind die kruisjes zo lastig.” „Kom dan eens bij Garrigie, die zal je wel eens helpen”, zegt de handwerkjuffrouw. En dan tegen de andere meiden: „Dit meisje heeft ook wel de grootste letter van jullie allemaal. De W.”
„Het is heel leuk om handwerken te hebben van Garrigie”, vindt Judith. „En als ze streng is, is ze toch aardig.” Van ordeproblemen heeft de handwerkjuf weinig last. „Als de kinders hier komen, zeg ik: Wat je in de klas niet mag, mag hier ook niet. En af en toe komt de bovenmeester even langs om te kijken hoe het gaat. Daar ben ik wel blij mee.”
Garrigie is al 53 jaar weduwe, vertelt ze. „We hadden een kleine boerderij in Oosterwolde toen mijn man stierf. Ik ben daar blijven wonen tot mijn dochter trouwde. Daarna ben ik naar Oldebroek verhuisd. Toen daar een school kwam, ben ik handwerken gaan geven, drie middagen per week.”
Dat is alweer 33 jaar geleden. Veel is er in die jaren niet veranderd, vindt ze. „Hier op school in ieder geval niet. Daar ben ik blij om. Niks geen nieuwigheid. Op de grote school leren ze geen handwerken meer, maar hier nog wel. En de kinders vinden het nog steeds heel leuk.”
De Eben-Haëzerschool kiest er bewust voor om handwerken aan te bieden, zegt directeur H. ten Hoor. „We willen dat onze leerlingen als ze van school komen een bepaald aantal psalmen en gezangen kennen, dat ze kunnen fluiten, rekenen en schrijven. Maar we vinden het ook belangrijk dat de meisjes kunnen breien. Dat heeft oude papieren. Waarom zou je daarmee stoppen als het even wat minder in de mode is?”
Ten Hoor is wel een beetje trots op ‘zijn’ Garrigie. „Ze is zo van hier. Ze weet goed wat ze wil en kan dat heel goed overbrengen op de kinderen. Het is prachtig om te zien hoe ze met hen omgaat.”
Garrigie is inmiddels wel aan het afbouwen. „Nu ben ik hier nog maar één middag in de week”, vertelt ze. „Het is goed geweest zo.” Toch zou ze die ene middag niet graag missen. „Het is leuk om met de meisjes bezig te zijn. En ik heb thuis ook veel aanloop van de kinders op het dorp. Gelukkig heb ik m’n redelijke verstand nog. Ik hoor en zie nog genoeg om dit te kunnen doen. En ik verbouw mijn eigen eten in de tuin, dus ik hoef niet naar de winkel.”
Hoe lang ze nog doorgaat met lesgeven, weet ze niet. „Mijn broer van 94 zegt altijd tegen mij: Deerne, elke dag voor ons is er ene. Zo is dat.”