Duitse controverse over zending onder joden
BERLIJN – In Duitse kerkelijke kringen is een discussie ontstaan rond de vraag of er onder joden ook geëvangeliseerd moet worden. Hebben joden bijvoorbeeld nu al toegang tot het heil, of moet eerst de volheid der heidenen ingaan?
Aanleiding tot de controverse is een uitspraak van raadsvoorzitter Nikolaus Schneider van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD).
Tijdens de uitreiking van de Buber-Rosenzweig-Medaille op 11 maart zei hij dat het niet nodig is te evangeliseren onder joden omdat christenen en joden in dezelfde God van Israël geloven. De Buber-Rosenzweig-Medaille is een Duitse onderscheiding voor een actieve bijdrage aan de christelijk-joodse dialoog.
Wladimir Pikman, leider van de Messiasbelijdende gemeente Beit Sar Shalom in Berlijn, kritiseert in een woensdag gepubliceerd commentaar voor het protestantse persbureau Idea dat standpunt. „Christenen weten dat Jezus Christus het Beste is wat ieder mens nodig heeft. Ze moeten stoppen joden deze boodschap te onthouden.”
De vicepresident van het kerkelijk bureau van de EKD, Thies Gundlach, kan zich helemaal vinden in het standpunt van Schneider. Gundlach verwijst naar Romeinen 11:25: „Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.”
Hieruit concludeert hij dat, nadat de volheid der heidenen ingegaan is, Israël wordt toegebracht. Gundlach vraagt zich af of uit de huidige omstandigheden valt af te leiden dat deze volheid is aangebroken. „Is er een reden om af te wijken van de volgorde die God gesteld heeft? We behoren ons nederig op te stellen jegens God, Die alleen het tijdstip kent wanneer de volheid der heiden ingegaan is. Het is niet aan ons om deze volgorde, door het gericht evangeliseren onder joden, te veranderen.”
Christenen moeten volgens hem onderscheid maken tussen de persoonlijke toewijding aan Christus waarvan iemand altijd wil getuigen en het missionair bewogen zijn met heidenen.