Begeleiding kind bij sterfgeval
Hoe vertel ik mijn 5-jarige dochter dat haar 4-jarige nichtje ernstig ziek is en uiteindelijk zal overlijden? Laten we haar de dode zien? Nemen we haar mee naar een begrafenis?
Het is ingrijpend als er in de nabije kring van een kind ziekte en dood komt. Hoe begeleid je dat als ouders?
In hoeverre je kinderen betrekt bij de dood zal afhankelijk zijn van de ontwikkeling van een kind en de relatie tot de overledene. Hoe dichterbij, des te meer reden er is om het kind erbij te betrekken.
Baby’s en peuters maken nog geen onderscheid tussen wat leeft en wat dood is, maar kunnen wel gemis aanvoelen. Angst voor de dood is er nog niet.
Gemiddeld tussen hun derde en hun zesde gaan kinderen enigszins het verschil tussen leven en dood begrijpen, maar ze beseffen nog niet dat de dood definitief is en het leven nooit meer terugkeert. Als dat besef van de onomkeerbaarheid van de dood ontstaat, kunnen kinderen angstig worden en veel met het thema bezig zijn. Ze verwerken dit bijvoorbeeld in hun spel, stellen er vragen over of dromen ervan. Oudere schoolkinderen vinden gevoelens van verdriet vaker kinderachtig en zoeken minder openlijk steun van anderen.
Om dit meisje, ik noem haar Carin, te vertellen dat haar nichtje ernstige ziek is, kunnen ouders feitelijke, eenvoudige informatie geven. Wat heeft ze precies? Hoe lang heeft ze het al? Hoe heeft ze gemerkt dat ze ziek was? Wat kan ze wel en wat niet? Vertel dat het heel verdrietig is dat ze zo erg ziek is. Dat je hoopt dat ze beter wordt, maar dat dit niet zeker is.
Als je weet dat de dood onafwendbaar is, wek dan geen valse hoop, maar bespreek wat Carin kan doen. Jullie kunnen bidden voor haar en andere familieleden. Carin kan iets maken voor het nichtje of voor oom en tante. Het beste tijdstip voor zo’n gesprek is overdag, omdat Carin daarna zelf iets leuks kan gaan doen. Als er spannende onderwerpen zijn, gaan kinderen doorgaans graag weer zelf spelen. Dat is geen teken van weinig interesse of oppervlakkigheid. Er is tijd nodig om het een plekje te geven. Als een kind niet uit zichzelf gaat spelen, stimuleer het dan.
Afscheid
En als de dood volgt, wat dan? Inderdaad kan het voor kinderen schokkend zijn om een dode te zien. Tegelijkertijd heeft het weghouden van kinderen bij een dode die hen lief was, ook consequenties: een kind kan geen afscheid nemen. Het zien van de geliefde dode doet het iets oudere kind zich realiseren dat het leven echt voorbij is. Het kunnen zien van een dode geeft duidelijkheid, wat belangrijk is om te voorkomen dat er allerlei vreemde fantasieën in het hoofd spoken die angst opleveren.
Ouders kunnen het beste vooraf bespreken met Carin wat ze zal zien in de kist. Ga zo nodig vooraf na hoe het nichtje erbij ligt. „Je nichtje ligt in een houten kist met kleren aan die ze mooi vond. Ze heeft haar ogen dicht, want ze kan niet meer kijken. Over haar heen ligt een glazen plaat waar doorheen je haar goed kunt zien. Onder de kist is een koeling om het lichaam goed te houden. Je nichtje is er niet meer, maar haar lichaam nog wel. We hebben dan nog de tijd om naar haar te kijken en afscheid te nemen.”
Reacties
Het taalgebruik kan aangepast worden aan het niveau van het kind. Duidelijkheid over wat ze zal zien in de kist vermindert angst. Het is belangrijk dat ouders in eerste instantie zelf meegaan als hun kind gaat kijken bij de kist. Ga in op het gevoel. Het is niet vreemd als Carin een beetje bang is. En het kan goed zijn dat ze verdrietig wordt. Dat is heel normaal. Kinderen mogen voelen dat ouders dat ook zijn. De dood is heel verdrietig.
Het kan zijn dat een kind er niets van wil weten. Belangrijk is dan om niets te forceren, maar te achterhalen waar de onwil vandaar komt. Waar is Carin bang voor? Helpt het als je haar op de arm neemt? Of van een afstand kijkt? Het kan zijn dat haar houding in de loop van de dagen verandert.
Laat haar op haar eigen manier uiting geven aan het verdriet. Bijvoorbeeld door een tekening te maken of iets op te schrijven dat bij de kist mag liggen.
Slapen
Het ene kind zal meer vragen stellen dan het andere. Wees steeds duidelijk en eerlijk in het taalgebruik. Draai er niet omheen dat dood echt dood is. Het is niet een soort slapen. Dit kan leiden tot de angst bij kinderen dat slapen kan betekenen dat je nooit meer wakker wordt.
Als je merkt dat je kind ergens mee zit, probeer dan –als je even met je kind alleen bent– te achterhalen wat het bezighoudt. Geef zo eerlijk mogelijk antwoord op vragen, ook de lastige zoals wat er gebeurt als het lichaam is begraven. Hierbij kun je bijvoorbeeld de Bijbelse uitdrukking „tot stof wederkeren” uitleggen.
Het overlijden geeft ook ernst aan het leven. Het kan stilzetten bij levensvragen. Hoe vullen wij ons leven in? Waar gaat onze reis naartoe? Is de Heere al de belangrijkste geworden in ons leven? In het gebed en in het gesprek mag dit een plaats hebben.
Bescherming
Voor kinderen is begeleiding van confrontatie met een dode belangrijk. Maar zeker zo belangrijk is bescherming tegen heftige uitingen van verdriet van volwassenen. Kinderen kunnen erg uit balans raken als ze getuige zijn van enorm leed. Een kind kan het geen plaats geven als iemand overstuur is, luid huilt en kennelijk radeloos is. Waar een kind behoefte aan heeft, is aan veiligheid als er zo’n slag is gekomen in het basisvertrouwen.
Als de kinderen meegaan naar de begrafenis, is het belangrijk om informatie te geven over wat er zal gebeuren. Over het sluiten van de kist en hoe de begrafenis verloopt. Wie gaat er spreken, wie komen er, wie geven er een hand, wie lopen er naast de kist, waar denk je aan als de kist langzaam zakt, wie dekt de kist toe met zand.
Na de begrafenis is het lichaam wel weg, maar mag de overledene een plaats hebben in gesprekken: over wie zij was en wat zij deed. Ook letterlijk kan er ruimte gemaakt worden door bijvoorbeeld een foto op te hangen of een herinnering neer te zetten. Wilt u reageren of hebt u vragen over opvoeding? Leg ze (anoniem) voor aan psychologe drs. Sarina Brons. Dat kan door de situatie en de (gezins)omstandigheden, liefst uitvoerig, te mailen naar: wijs@refdag.nl of te sturen naar: RD, t.a.v. redactie Wijs, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.
Tips
Wees eerlijk in het spreken over wat er gebeurt bij ziekte en dood.
Sluit aan bij het taalniveau van het kind.
Geef duidelijke uitleg over hoe een dode eruitziet en hoe de begrafenis verloopt.
Forceer niet als een kind niet wil.
Bied veiligheid en bescherm tegen heftige emoties van anderen.
Geeft steun door je aanwezigheid.
Spreek over sterven en wat dit betekent voor het leven.
Laat een kind op zijn eigen manier uitdrukking geven aan het gemis.