Om de toekomst van de school met de Bijbel
APELDOORN – Als in het huidige tijdsgewricht íéts van fundamenteel belang is, is het het christelijk onderwijs, de ”school met de Bijbel”. Maar juist dat onderwijs, constateert drs. P. J. Vergunst, wordt meer en meer bedreigd.
„Tegen de Revolutie, het Evangelie!” schreef eens mr. G. Groen van Prinsterer. Van grote betekenis voor de overdracht van dat Evangelie aan een jongere generatie achtte hij de christelijke school.
Bijna een eeuw na de zogenoemde onderwijspacificatie in 1917 is het (bijzonder) christelijk onderwijs een vanzelfsprekendheid geworden. Zozeer, dat het niet eens meer vanzelf spreekt dat christelijke ouders hun kind naar een –verafgelegen– (protestants-)christelijke of reformatorische school sturen.
Onder andere om deze reden belegt de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk de komende weken drie bijeenkomsten onder het thema ”Het christelijk onderwijs op weg naar 2025. Kansen en bedreigingen”. De eerste heeft donderdag plaats in Oud-Beijerland, de tweede op 12 april in Sebaldeburen, de laatste op 26 april in Woudenberg. Doelgroep is „iedereen die zich hier, vanuit school, kerk of samenleving, bij betrokken voelt.”
Vanwaar het jaar 2025 en niet, bijvoorbeeld, 2017?
„Had ook gekund”, zegt Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond. „Of 2020. Het was gewoon een rond jaartal. Het jaar 2017 had in die zin ook gekund dat je wel hoort zeggen dat de seculiere partijen dan, een eeuw na het einde van de schoolstrijd, het bijzonder onderwijs willen hebben opgeheven.”
Of het zó’n vaart zal lopen, daarover verschillen de opvattingen. „Iemand als ds. W. Visscher uit Amersfoort is minder optimistisch dan prof. dr. F. A. van der Duyn Schouten.” Laatstgenoemde, woonachtig in Ridderkerk, is hoofdspreker tijdens de bijeenkomsten. De oud-rector magnificus van Tilburg University is lid van de Onderwijsraad en voorzitter van de raad van toezicht van het reformatorische Wartburg College.
Dát het christelijk onderwijs van buitenaf wordt bedreigd, staat buiten kijf, stelt Vergunst vast. „Al moeten we genuanceerd blijven spreken; naast waakzaam ook dankbaar zijn: er wordt ons nog veel gelaten.”
Ook „van binnenuit” zijn er evenwel ontwikkelingen die zorgen baren, zegt de algemeen secretaris. „Veel ouders zijn minder betrokken op het levend houden van de identiteit van de school, en legio kerkenraden tonen weinig belangstelling voor het schoolleven. Maar kinderen zijn de dupe als ouders –of wie ook– niet meer zien waar het in de schoolstrijd om ging: om onderwijs en een schoolklimaat waarin de Bijbel gezag heeft voor het denken en handelen.
Verder: de toenemende kerkelijke verdeeldheid zorgt nogal eens voor spanning op die scholen waar vertegenwoordigers van verschillende kerken samenwerken. Je komt ook situaties tegen waarin een schoolbestuur de identiteit verbijzondert, zonder oog te hebben voor een gezonde breedte.
Zelf heb ik een paar jaar op de Guido de Brès in Rotterdam gezeten. Toen ik daar kwam, in 1978, zat ik in de klas bij een jongen uit Ede en een meisje uit Hardegarijp. Friesland! Niet dat dat nu ideaal was, maar het geeft wel aan dat ouders en leerlingen offers wilden brengen.
In een gesprekje met het EO-blad Visie heb ik laatst gewezen op Hubert Lemkes, die in 1851 zijn goed betaalde baan als hoofd van de christelijke school in Utrecht opgaf om, op verzoek, mee te gaan werken aan de oprichting van een christelijke school in Aarlanderveen. Een salaris zat er niet in; de enige garantie die de mensen uit Aarlanderveen hem konden geven, was: „Hubert, zolang wij te eten hebben, zult gij geen gebrek lijden.” Zo iemand heeft ons nu nog veel te zeggen.”
Hoe ziet het christelijk onderwijs er in 2025 uit, wat u betreft?
„Ik hoop dat er dan nog steeds onderwijs zal zijn waar de Bijbel dagelijks opengaat, waar sprake is van een christelijke leefgemeenschap en waar de relatie tussen gezin, kerk en school goed is. Tijdens onze bijeenkomsten willen we daar ook nadrukkelijk aandacht voor vragen. Waarbij je weet dat de duivel als het gaat om het christelijk onderwijs niet stil zal zitten. Op een school met een verwaterde christelijke identiteit zal hij zijn pijlen niet richten; wel op een school waar de Bijbel écht het laatste woord nog heeft.”
www.gereformeerdebond.nl voor een gratis themanummer van De Waarheidsvriend over het christelijk onderwijs.