Gouwenaar Bastin Romijn (38) is docent op een reformatorische school voor cluster 4-onderwijs, getrouwd en vader van vier kinderen. Hij heeft, net als leden van de werkgroep Berbers tot Buren (zie kader), „een hart gekregen voor Marokkanen.”

Tegelijkertijd erkent hij dat Gouda een probleem heeft met deze bevolkingsgroep. „Ik zie dingen gebeuren waar ik niet blij van word, daar ben ik eerlijk in. De Berbers die hier in grote aantallen wonen, zijn niet de gemakkelijkste bevolkingsgroep. Ik vind het soms verbazingwekkend hoe snel zij zich asociaal gedragen. Hierdoor staan bijvoorbeeld Goudse kinderen al vroeg in hun leven voor lastige keuzes in de omgang met Marokkaanse jeugd. Ze denken: Ik weet wat er in de Bijbel staat over naastenliefde, maar wat doe ik als mijn voetbal voor de zoveelste keer wordt afgepakt, of als ik steeds weer word uitgescholden?”

Romijn doelt hiermee onder meer op de problemen in de wijk Oosterwei, die de landelijke media haalden.

Toch is dit volgens hem slechts één kant van het verhaal: „Wat ik helaas veel zie, ook bij christenen, is dat alle moslims op één hoop gegooid worden. Voor veel mensen zijn de moslims die terroristische aanslagen plegen in hun aard hetzelfde als de Marokkaan op straat.”

Romijn moet toegeven dat hij vroeger ook zo dacht, maar inmiddels is dat verleden tijd. Voor hem is het een wonder van Gods genade dat hij zijn argwaan en zwart-witdenken achter zich heeft kunnen laten. „De Heere gaf mij een hart dat moslims liefheeft.”

Tegenwoordig gaat hij bij voorkeur naar een Marokkaanse kapper. Dat had hij tien jaar geleden van zichzelf niet gedacht: „Zo’n kapper scheert beter dan zijn Nederlandse collega’s en ik heb er ontdekt dat Marokkanen openstaan voor gesprek.”

Hoe de houding van Romijn veranderd is? „Vooral door gebed voor Marokkanen. Immers, als je bidt leg je zorgen, angsten en frustraties over deze mensen in de handen van de Heere. Dan verandert je hart, dat kan niet anders. Het negeren van Marokkaanse medeburgers is niet houdbaar als je net voor hen hebt gebeden. Natuurlijk moet er recht geschieden, maar dat is wat anders dan uitlatingen doen die alleen maar nog meer verwijdering brengen. Het is namelijk juist het contact met moslims dat zo belangrijk is en dat de Heere wil gebruiken tot hun heil”, aldus Romijn.

Een grote gemeenschap reformatorische christenen en een fors aantal Marokkanen bieden volgens hem een unieke combinatie en een grote kans voor de verbreiding van het Evangelie. „Getalsmatig zou Gouda een succesverhaal kunnen zijn. Maar dan zullen we wel dicht bij de Heere moeten leven en de ontmoeting met moslims durven aangaan. Mijn vraag aan christenen is: Durf je met je zorgen over de islam naar God te gaan en durf je te geloven dat Hij jou kan gebruiken als middel om moslims te bereiken?”

De Gouwenaar stuit soms onverwachts op een situatie met kansen voor getuigenis. Sinds een tijdje heeft het gezin Romijn vriendschappelijk contact met een moslimgezin dat in de straat achter hen woont.

Het gezin neemt het geloof in Allah erg serieus. „We merkten echter dat de moeder nog steeds boete doet voor misstappen die zij in haar tienerjaren begaan had. Toen ze dat met ons deelde, konden we haar vertellen over het belijden van zonden en vergeving. Over een God Die zegt: Geef het aan Mij en Ik wil je een nieuw leven geven. Dit was voor deze vrouw waarschijnlijk haar eerste kennismaking met de genade van God. En zo’n gesprek heb je dan opeens, op een gewone maandagmorgen.”

”Berbers tot Buren” is een Goudse werkgroep van christenen uit verschillende plaatselijke kerken. Hun uitgangspunt is een hart voor Jezus Christus en een hart voor de Marokkaanse bevolking, waarvan het merendeel Berber is.

Peter Kuipers, bestuurslid van Berbers tot Buren: „Wij geloven dat de kerk in Gouda een opdracht heeft om de liefde van Christus te tonen aan de moslimgemeenschap in de stad. Ons doel is zo veel mogelijk Goudse moslims in aanraking te laten komen met het Evangelie.”

Berbers tot Buren hoopt dit te bereiken door gebed voor Marokkanen in de stad. Ook besteedt de werkgroep aandacht aan toerusting en aanmoediging van kerken in de omgang met moslims. Daarnaast is Berbers tot Buren actief in het jongerenwelzijnswerk, door middel van twee groepen voor Marokkaanse tienermeisjes, en organiseert ze buurtactiviteiten.

Het contact met moslims begint volgens Kuipers vooral met een vriendelijke houding. „Begin er heel eenvoudig mee je afkeurende blik naar hen af te leren. Leer hen vervolgens te accepteren zoals ze zijn en maak contact.”