Dat stelt drs. M. de Bruyne, kenner van het koningshuis, naar aanleiding van de ophef die is ontstaan over de weigering van burgemeester Gerritsen (D66) van Zutphen om het zesde couplet van het Wilhelmus mee te zingen.

„Natuurlijk is het een door en door christelijk lied, maar dat geeft de geschiedenis van ons land weer: een christelijke natie, die zich in haar strijd om zelfstandigheid gesteund wist door het christelijk geloof”, zegt De Bruyne. „Onder de mensen die zich door dat verleden niet meer aangesproken voelen, zijn er twee houdingen. Een deel eerbiedigt het als cultuurhistorisch erfgoed dat de geschiedenis van ons land vertegenwoordigt. Bij anderen gaat het historisch besef niet verder terug dan tot 1966; ze denken dat Nederland toen is uitgevonden en willen teksten die niet meer bij hen passen, graag vervangen.”

Geen voorschriften

Burgemeester Gerritsen kan zich niet vinden in de christelijke tekst van het zesde couplet –„Mijn schilt ende betrouwen, zijt Gij o God mijn Heer…”– en houdt daarom zijn mond dicht.

De Bruyne kan niet zeggen of het vaker voorgekomen is dat hoogwaardigheidsbekleders weigerden het zesde couplet mee te zingen. „Het pleit voor Gerritsen dat hij zelf de publiciteit niet heeft gezocht. Anderen hebben er een kwestie van gemaakt.”

Er zijn geen protocollaire voorschriften die een burgemeester ertoe verplichten mee te zingen, stelde de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen woensdag na vragen van voorzitter Meijer van de Koninginnedagorganisatie in Zutphen.

Volgens de gemeente zingt Gerritsen al jaren niet mee. De burgemeester wil er verder niet op ingaan. Hij wil er nog wel een keer met de stichting Koninginnedag Zutphen over praten. Meijer wil de kwestie bij de volgende landelijke vergadering van de Oranjeverenigingen nog eens aankaarten.

De CDA-fractie in Zutphen bespreekt de kwestie donderdagavond. Raadslid J. Pennings-Hanemaaijer zegt de ophef „persoonlijk” te betreuren. „Jammer dat de Oranjevereniging er niet eerder over heeft gesproken. Ik vind het fijn dat de burgemeester nu even over de kwestie zwijgt, zodat er niet nog meer ophef ontstaat. Ik ben elke Koninginnedag aanwezig en het is me nooit opgevallen dat hij niet meezingt. Ik vind het ook niet mijn taak daarop te letten.” Of de kwestie in de gemeenteraadsvergadering over anderhalve week ter sprake wordt gebracht, kan Pennings nog niet zeggen.

De mediaberichten over de houding van de burgemeester roepen een stortvloed aan reacties op. Voor een deel zijn die instemmend. Anderen noemen Gerritsens opstelling respectloos en wijzen erop dat een burgemeester boven de partijen hoort te staan. Een lezer van De Telegraaf reageerde: „D66 zeker? Deze partij weet niet hoe hard ze moet lopen om alles wat christelijk is te schrappen! Ondemocratische partij! Enne… wat zeggen zo ook alweer over weigerambtenaren…??!”

Diets

Ook andere gedeelten van de tekst van het volkslied zijn wel eens ter discussie gesteld. Mensen met nare herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog hebben soms moeite met het zingen van: „Ben ik van Duitsen bloed.” Anderen hebben zich afgevraagd hoe waarheidsgetrouw „De koning van Hispanje heb ik altijd geëerd” na tachtig jaar oorlog tegen het Spaanse bewind nog was.

„Duits betekent niet Duits, maar Diets, en dat had betrekking op Nederland”, reageert De Bruyne. „En het eren van de Spaanse koning klopte echt wel op het moment dat het Wilhelmus werd gedicht.”