Eerste lichamen komen vrijdag terug
BRUSSEL – De eerste lichamen van de overleden slachtoffers van het busongeluk in het Zwitserse Sierre komen niet donderdagavond, maar vrijdagochtend terug naar België. In de Zwitserse plaats Sion, vlakbij de rampplek, mogen na zonsondergang geen vliegtuigen meer opstijgen.
Dat heeft het kabinet van premier Elio Di Rupo donderdag bekendgemaakt. De lichamen worden teruggebracht met een C-130, een legertoestel.
Bij het busongeluk kwamen 28 personen om, 22 kinderen en zes volwassen. Zes kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit. De Belgische overheid heeft drie C-130-toestellen ter beschikking gesteld. Een van deze vliegtuigen zal donderdagmiddag vertrekken van de luchthaven Melsbroek naar Zwitserland. De familie van de slachtoffers heeft nadrukkelijk verzocht dat de repatriëring zo discreet mogelijk verloopt.
Alle 24 gewonden zijn geïdentificeerd. Drie van hen hebben de Nederlandse nationaliteit. Drie gewonden verkeren nog in levensgevaar. Ze zijn allen afkomstig van scholen in Lommel (over de grens bij Eindhoven) en Heverlee (bij Leuven).
De vier nog zwaargewonde kinderen zullen individueel met een ambulancevliegtuig worden teruggebracht. Wanneer is nog niet bekend.
Drie van de 20 lichtgewondere kinderen keren donderdag al met hun ouders op eigen kracht terug. Daar hebben de ouders expliciet om gevraagd, zo maakte minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx bekend.
Drie andere kinderen en hun familieleden nemen een lijnvlucht. Eén kind moet nog wachten op een medisch rapport, maar de rest van de gewonden zal vrijdag met een ambulancevliegtuig gerepatrieerd worden.
Voor, tijdens en na de vlucht is er bijstand voor de slachtoffers en hun familieleden.
De Belgische bus met schoolkinderen van rond de 12 jaar botste dinsdagavond frontaal tegen een muur in een inham van een Zwitserse tunnel. De zoektocht naar de oorzaak van het tragische ongeval is in volle gang. Er was geen ander verkeer in de tunnel en de bus reed waarschijnlijk niet te hard, aldus de Zwitserse justitie. Een aanklager gaat uit van een technisch mankement, ofwel een flauwte of fout van de chauffeur.
De kinderen hadden gordels om, maar de klap was zo hard dat sommigen met stoel en al vooruit schoten.
Marianne Van Malderen, een Belgische automobiliste, kwam kort na het ongeval ter plaatse. Ze zag kinderen bekneld onder hun stoelen of naar de voorkant van de bus geslingerd. „We deden wat we konden om de ongedeerde kinderen naar buiten te helpen”, zei ze. „Maar het was onmogelijk in de bus te klimmen, want de ramen waren zo hoog.”
België is de komende dagen in de ban van herdenkingen. Woensdagavond vond al een emotionele gebedswake plaats. De dienst werd geleid door aartsbisschop Léonard en de pauselijke nuntius in België. Léonard stelde dat we in dagen als deze „beter zwijgen en elkaar liefhebben, dichtbij zijn, mekaar steunen in diepe solidariteit en een grote gemeenschap vormen met de gekwetsten, de familieleden en andere getroffenen.” Premier Elio Di Rupo legde woensdagavond bloemen in de tunnel. Hij kondigde voor België ook een dag van nationale rouw af.
Rouwende ouders hebben donderdag bloemen gelegd bij de plek van het busongeluk in Zwitserland. Sommigen legden ook briefjes neer in de tunnel, aldus ooggetuigen.
De familieleden hadden daarvoor in het mortuarium de lichamen van de 28 dodelijke slachtoffers moeten identificeren. Ze werden daarna naar de tunnel gereden waar teams nog de brokstukken onderzoeken op mogelijke oorzaken van het ongeluk.
Vanuit de hele wereld stromen de condoleances binnen. Zelfs de Amerikaanse president Barack Obama heeft zijn medeleven betuigd aan Zwitserland en België. „Het verlies van zo veel jonge levens is hartverscheurend”, verklaarde woordvoerder Tommy Vietor namens Obama. „Als een goede vriend van België en Zwitserland, staan we klaar om welke hulp dan ook te verlenen.”