Een halfuur wachten in de brandende zon
„Ik stuur niemand terug, maar ik zeg zondags alleen dat de kerk vol is.” Koster A. Schot van de gereformeerde gemeente in Aagtekerke beseft dat de boodschap dan wel overkomt en mensen alsnog hun plekje elders in de omgeving zoeken. „Maar zelfs in de consistorie mogen de mensen nog zitten.”
Het kerkgebouw met zijn spitse torentje staat aan de doorgaande weg in het dorp, met aan de achterzijde het weidse Walcherse landschap. In de verte doemt de scheve kerktoren van Meliskerke op, met daarnaast -amper zichtbaar- het gebouw van de plaatselijke gereformeerde gemeente. Terwijl het aloude hervormde bedehuis te Aagtekerke slechts een klein aantal kerkgangers bergt, is de plaatselijke gereformeerde gemeente in de zomer bom- en bomvol. Zo vol zelfs dat de kerkenraad in 2001 een tweede morgendienst invoerde; feitelijk een vierde dienst, omdat er ook nog een leesdienst in de middag is.
A. Schot is twaalf en een half jaar koster in Aagtekerke. Hij heeft de snelle groei van de gemeente in de zomer aan den lijve ondervonden. Zondagsavonds is hij „op”, zegt hij, ondanks de bijstand van minimaal vier hulpkosters. „In de begintijd dat ik koster was, was er een piek van twee weken in de vakantietijd, maar die periode is langer geworden. Ook tijdens feestdagen wordt het steeds drukker.”
Er zijn mensen die al een uur van tevoren komen. „Maar ik doe de deuren nooit eerder dan een halfuur voor de dienst open. Het gebeurt wel eens dat ze aan de achterkant van de kerk een halfuur in de brandende zon staan te wachten. Eens werd een kerkganger onwel. We hebben die toen even aan de kant gelegd, anders zou de mensendrom eroverheen zijn gelopen. Nadat de mensenmassa naar binnen was gelopen, deed een glaasje water wonderen.”
Het scheelt dat Schot flink van postuur is, zegt hij. „Dat heb ik wel nodig om de deuren te openen. Je moet je voorstellen dat er aan twee kanten drommen mensen staan te wachten. Je wordt soms bijna omvergelopen. Ik heb wel eens gevraagd: Komen jullie nu voor het Woord of voor een stoel?”
Een vierde dienst is alleen mogelijk wanneer er een predikant is die hierin kan voorzien. Sinds de komst van ds. C. Neele in 1999 behoort dit tot de mogelijkheden. Voor een leesdienst voor toeristen zal waarschijnlijk minder animo bestaan. Vorig jaar viel de toeristendienst uit in verband met ziekte van de predikant, maar dit jaar is het initiatief weer opgepakt. Met zelfs zo veel succes dat er deze zomer tijdens een van de diensten van toeristen ongeveer twintig mensen niet in de kerk konden, hoewel er in het gebouw voor pakweg 1100 kerkgangers plaats is. Tijdens de avonddienst komt het voor dat veertig tot vijftig mensen er niet in kunnen.
Schot ziet in dat er eens een limiet wordt bereikt. Stoelen in het portaal plaatsen kan niet. „Ik zet alle stoelen neer die ik mag gebruiken met het oog op de gebruikersvergunning. Zelfs in de consistorie mogen ze nog zitten, maar dan geldt: vol is vol. Als we verdergaan, is het einde zoek. Een volle kerk brengt een schokeffect teweeg bij de mensen. Het proces gaat zichzelf reguleren, want kerkgangers komen dan de volgende keer vroeger of zoeken een kerk op in een van de naburige gemeenten.”
De drommen kerkgangers leveren veel nieuwsgierige blikken op. Het valt Schot op dat Duitsers vriendelijk wachten totdat de kerk in ongeveer vijf minuten is leeggestroomd en de weg weer vrij is voor gebruik. „Vooral met kwakkelweer komt er wel eens iemand binnenlopen; met zonnige dagen zitten ze op het strand. Duitsers vragen dan of de dienst katholiek of protestants is en gaan meestal weg omdat ze de taal niet kennen of de dienst te saai vinden.”
Als de eigen predikant voorgaat, houdt hij op zondagochtend twee keer dezelfde preek. De ouderlingen wisselen elkaar af. Onder hen zijn er die allevier de diensten bijwonen en dus ’s zondagsmorgens twee dezelfde preken horen. „Wat eigen is aan de toeristendienst is dat de voorbede voor de eigen leden ontbreekt. Verder is het een gewone dienst, niet aangepast aan de doelgroep.”
Scriba J. Wisse zit sinds 1979 in de kerkenraad als diaken. Hij heeft het ontstaan van het toeristenseizoen meegemaakt. „In de begintijd was camping Schoolzicht er nog niet en waren er ook nog weinig minicampings. Maar in de jaren tachtig begon het toerisme steeds meer op gang te komen.”
Hij kan zich nog herinneren dat ds. L. Huisman preekte en dat het zo vol was dat er mensen op tafels in de hal zaten. „Dat is nu absoluut niet meer toegestaan met de huidige veiligheidsvoorschriften. Wegens de groei van de eigen gemeente was het nodig in 1990 de kerk uit te breiden. Toen is ook de vergaderzaal uitgebreid, waardoor er ook meer plaatsen voor toeristen kwamen. Intussen is de toeloop van vakantiegangers zodanig dat alle ruimte hiervoor te klein is. De kerkenraad wil met de extra dienst op zondagmorgen hieraan tegemoetkomen.”
Voor de eigen mensen is de extra dienst geen probleem, al vinden sommigen het wel wat vroeg, om kwart voor negen. „Er zijn er ook die tegen de drukte van zo’n volle kerk opzien en blij zijn als het zomerseizoen weer voorbij is. Maar de meeste mensen hebben er geen problemen mee. De kerkenraad is overigens blij dat er zo veel mensen naar de kerk komen. Hieronder zijn veel kinderen en jonge mensen. Waar kunnen ze in de vakantie beter zijn dan in de kerk? Bovendien wordt er ook nog goed geluisterd. Dat is de positieve kant van alle drukte die het met zich meebrengt.”
De gemeente maakt de diensten bekend via de VVV en de kranten. De evangelisatiecommissie is ook actief onder toeristen. Wisse: „We staan enkele dagen op de toeristenmarkt in Domburg met een evangelisatiekraam. We delen daar folders uit en proberen een gesprek aan te knopen als dit mogelijk is. Verder houden we per seizoen één week vakantiebijbelclub voor kinderen van 4 tot 12 jaar, liefst van onkerkelijken huize. Er wordt uit de Bijbel verteld, gezongen en wat geknutseld met de kinderen. Soms ontstaan er gesprekken met de ouders die de kinderen komen brengen. Ik weet nog dat zo’n echtpaar van plan was ooit ’s zondags naar de kerk te komen. Toch zijn ze niet gekomen. De drempel van de kerk blijkt erg hoog te zijn.x”
De gemeente van Aagtekerke zit nu midden in de hoogtijdagen. Schot heeft de indruk dat de massale opkomst van toeristen een soort ’zendingsdageffect’ heeft. „Mensen die van ver komen, nemen soms brood mee en gaan picknicken en komen ’s middags weer naar de kerk.” De bezoekers komen uit verschillende kerken. Onder hen zijn christelijke gereformeerden, hervormd-gereformeerden en leden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, al wijken deze laatsten wel eens uit naar Middelburg of Arnemuiden. Van gesprekken over de kerkmuren heen weet hij niet, maar er zal ongetwijfeld doorgesproken worden op campings of andere plaatsen. „En als er hier wordt gestreden, dan is het om de stoel.”
Serie over kerken die in de zomermaanden veel toeristen verwelkomen. Volgende week donderdag de laatste aflevering: de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Heemse.