Tamara Wolvers werd in de zomer van 2006 met veel geweld om het leven gebracht. Ze werd gevonden in haar ouderlijk huis in Alphen aan den Rijn. De 28-jarige vrouw had een plastic zak over haar hoofd en een mes in haar borst. Ze kwam door verstikking om het leven. G. heeft altijd iedere betrokkenheid ontkend en beriep zich tijdens politieverhoren en de zittingen op zijn zwijgrecht.

Het gerechtshof oordeelde in oktober 2010 dat de sporen die zijn gevonden wel in de richting van G. wijzen, maar dat het bewijs niet sterk genoeg is om hem te veroordelen. Zo werd een DNA-spoor van de verdachte op de badjas van Wolvers gevonden. Maar het hof stelde dat niet met zekerheid is te zeggen dat dit spoor ten tijde van de moord op Tamara’s kleding is gekomen.

Volgens de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, heeft het hof het aangevoerde bewijs „naar behoren onderzocht en beoordeeld.” Daarom wordt de zaak niet terugverwezen, zoals in november de advocaat-generaal nog wel had geadviseerd.