Lavrov: Veiligheidsraad gemanipuleerd over Syrië
NEW YORK (ANP/AFP/RTR) – In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties is maandag een felle discussie gevoerd over de toestand in Syrië. De ministers van Buitenlandse Zaken van onder meer de Verenigde Staten, Frankrijk en Rusland vlogen elkaar in de haren.
De Russische minister Sergej Lavrov klaagde over het „misleiden van de internationale gemeenschap en manipuleren van de Veiligheidsraad.” Steun voor de Syrische oppositie en pogingen om het regime ten val te brengen zijn volgens hem „riskante recepten”, waardoor de problemen erger kunnen worden.
Lavrov haalde daarmee uit naar het Westen, zonder dat bij naam te noemen. Westerse landen proberen via de VN de druk op het Syrische bewind op te voeren. Rusland en China hebben dat tot twee keer toe geblokkeerd.
De VS, Frankrijk en Groot-Brittannië willen dat Moskou en Peking hun verzet staken. „Volgens de overweldigende meerderheid van de wereld komt deze raad zijn verantwoordelijkheden voor het Syrische volk niet na”, zei de Britse minister William Hague.
Zijn Franse collega Alain Juppé riep China en Rusland op „te luisteren naar de stem van de Arabieren en het geweten van de wereld.” Hij wil dat het Syrische regime wordt vervolgd, bijvoorbeeld door het Internationaal Strafhof in Den Haag.
VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon had scherpe kritiek op Syrië. „De Syrische regering houdt zich niet aan de verantwoordelijkheid om het eigen volk te beschermen. In plaats daarvan worden burgers in meerdere steden onderworpen aan militaire aanvallen en buitensporig gebruik van geweld. Deze schandelijke operaties gaan door”, zei Ban.
Oppositie
De Syrische oppositie heeft intussen opnieuw gevraagd om buitenlands militair ingrijpen. Westerse en Arabische landen moeten een vliegverbod instellen, veilige gebieden creëren en speciale routes voor noodhulp opzetten. Dat kan burgers beschermen, zei een woordvoerder van de Syrische Nationale Raad maandag.
Vertegenwoordigers van de oppositieraad spreken dinsdag met de internationale gezant Kofi Annan. Die bracht afgelopen weekeinde een bezoek aan Syrië. Maandag kwam hij aan in buurland Turkije, waar de Syrische Nationale Raad is gevestigd.
Volgens de oppositiewoordvoerder helpen andere landen de opstand al door wapens aan de Syrische rebellen te leveren. Om welke landen het gaat, wilde hij niet zeggen. De wapens komen terecht bij het Vrije Syrische Leger. Dat bestaat vooral uit militairen die zijn gedeserteerd uit het regeringsleger en de kant van de oppositie hebben gekozen.
Rebellen
Syrische rebellen zeggen in de nacht van zondag op maandag ongeveer 250 manschappen van het regime te hebben gedood. Dat zou zijn gebeurd in het dorp Rankus, iets ten noorden van de hoofdstad Damascus. Onder de doden zouden geheim agenten, politieagenten en moordcommando’s zijn. Dat claimt de tweede man van het Vrije Syrische Leger, kolonel Malek al-Kurdi.
Volgens Kurdi lieten de opstandelingen eerst bommen ontploffen bij een legerkonvooi. Toen de regeringstroepen probeerden te ontsnappen, zouden de rebellen het vuur hebben geopend met machinegeweren en raketgranaten.
Berichten uit Syrië zijn nauwelijks te controleren.