In memoriam: Prof. dr. C. Trimp (1926-2012)
LEUSDEN – De vrijdag op 86-jarige leeftijd overleden Kamper hoogleraar ambtelijke vakken C. (Kees) Trimp trad aan na de kerkscheuring in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, aan het einde van de jaren 60. Zijn inbreng was mede bepalend voor enerzijds de consolidatie die volgde op de scheuring en anderzijds voor een meer naar buiten gerichte blik in zijn kerkverband.
Cornelis Trimp werd op 18 januari 1926 te Amsterdam geboren. Zijn opleiding tot predikant volgde hij aan de Theologische Hogeschool te Kampen. Op 11 februari 1951 deed hij intrede in zijn eerste gemeente in het Friese Twijzel. Vervolgens diende hij de gemeenten van Middelburg (1955), Voorburg (1961) en Groningen-Noord (1967).
Prof. Trimp promoveerde op 29 juni 1961 aan de Theologische Hogeschool in Kampen op een proefschrift getiteld: ”Om de oeconomie van het welbehagen. Een analyse van de idee der ”Heilsgeschichte” in de ”Kirchliche Dogmatik” van K. Barth”.
In 1970, kort na de scheuring in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV), waaruit de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstonden, werd Trimp benoemd tot hoogleraar aan de Theologische Hogeschool in Kampen. Hij zou dit ambt bekleden tot 1 januari 1993. De leeropdracht van de nieuwe hoogleraar omvatte de ambtelijke vakken homiletiek, catechetiek, liturgiek, poimeniek en diaconaat.
Illustratief voor de verhoudingen toen de nieuwe hoogleraar aantrad, was de onmogelijkheid om het tegenover de universiteit gelegen kerkgebouw te gebruiken voor zijn inauguratie. Dat bedehuis was toegewezen aan de Nederlands Gereformeerden. De senaat week daarom uit naar de kerk van de gereformeerde gemeente, waar Trimp zijn oratie met de titel ”De volmacht tot bediening der verzoening” hield.
Zijn betrokkenheid tussen 1956 en 1992 bij het kerkelijk orgaan De Reformatie zorgde ervoor dat de stem van prof. Trimp gezag had. Hij vervulde een actieve rol bij het sluiten van de gelederen in de kerk na de scheuring. De zogeheten Open Brief, die de aanleiding vormde voor de kerkelijke breuk, wees hij af en hij stelde zich achter synodebesluiten. Anderzijds betreurde hij later de gang van zaken in de jaren ’60. Daarbij nam hij echter geen afstand van wat hij in die tijd uit zijn scherpe pen liet vloeien.
Van de hand van prof. Trimp verschenen diverse publicaties, zoals ”Ministerium. Een introductie in de reformatorische leer van het ambt” (1982), ”Woord op schrift, theologische reflecties over het gezag van de Bijbel” (2002, met bijdragen van A. L. Th. de Bruijne, J. J. T. Doedens en B. Kamphuis) en de bekendste: ”Klank en weerklank. Door prediking tot geloofservaring” (1989). Daarin nam hij zowel afstand van het rationalisme in de prediking als van de bevinding uit de Nadere Reformatie.
In de kerkgeschiedenis zag prof. Trimp een pendelbeweging tussen de subjectieve en de objectieve prediking. Bij beide is er een gevaar van doorslaan, constateerde hij. Prof. Trimp zag het als winst dat bij de Vrijmaking iemand als B. Holwerda beide typen van prediking als onjuist afwees. „Het gaat niet om de subjectieve inspraak in het hart of de objectieve uitspraak van de leer, maar om de aanspraak van de sprekende God in het verbond”, aldus prof. Trimp in ”Klank en weerklank”. Dat wijst op het heil buiten onszelf, in Christus, aldus de hoogleraar. Hij pleitte daarom voor „een hartelijke Christusprediking.”
Prof. Trimp verzette zich tegen de theologische lijn van de voorman van de vrijmaking, prof. K. Schilder, die stelde dat er een onvoorwaardelijke heilstoezegging is voor de uitverkoren dopelingen en een algemeen aanbod van genade aan de overige gedoopten. Belofte en verbond zijn gelijkwaardig en roepen op tot geloof, stelde prof. Trimp. Dat geloof is niet zonder gevoel, want het raakt de hele mens. De klank van Gods Woord wil niet teruggekaatst worden als het geluid in een echoput, maar wil weerklank vinden in een mensenhart, aldus de hoogleraar in Klank en weerklank.
In hetzelfde boek pleitte prof. Trimp ook voor het aanhalen van banden met andere kerken, zoals de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). In een klimaat waarin meer ruimte is voor de geloofservaring zag de hoogleraar mogelijkheden om meer eenheid te bewerken tussen de GKV en de CGK.
Daarnaast stelde hij zich in de jaren 90 positief op ten opzichte van liturgische vernieuwingen. Al in 1983 bezon hij zich op dit onderwerp in ”De gemeente en haar liturgie”. Daarin pleitte hij onder meer ervoor om het amen op de prediking door de gemeente te laten zingen.
De hoogleraar waardeerde uniformiteit in de eredienst, maar had geen bezwaar tegen aanpassingen zolang die niet strijdig waren met de eerbied tijdens de samenkomst van de gemeente.
Prof. Trimp wordt donderdag in zijn woonplaats Leusden begraven.
Lees ook deze artikelen uit www.digibron.nl:
Ook verbondsdenken kan doorslaan. Prof. Trimp ziet na 50 jaar predikantschap strijdleuzen verbleken. (10 februari 2001)
Vak predikkunde lijdt aan interpretatiekwaal. Afscheid Prof. Trimp aan de TU Kampen. (3 december 1992)
We spreken elkaars taal niet. Interview met Prof. dr. C. Trimp naar aanleiding van zijn emeritaat als hoogleraar aan de TU Kampen. Daarin toont hij zich pessimistisch over relatie met Chr. Geref. Kerken ten aanzien van ”toeëigening des heils”. (28 november 1992)