Advocaat Korver: Niet meer tornen aan spreekrecht zedenzaak
AMSTERDAM (ANP) – Aan het spreekrecht van ouders in de Amsterdamse zedenzaak mag niet meer getornd worden. Het verzoek van de advocaten van Robert M. en Richard van O. om de toekenning hiervan terug te draaien, moet naar de prullenmand worden verwezen.
Dat vindt advocaat Richard Korver, die enkele tientallen ouders in de zedenzaak bijstaat. Korver heeft hierover een uitvoerige brief geschreven aan de rechtbank.
Maandag start het proces tegen M. en Van O. De rechtbank bepaalde in december dat ouders tijdens de rechtszaak mogen spreken. De advocaten van Robert M. hebben zich daar toen tegen verzet, omdat volgens de huidige wettelijke regeling ouders geen spreekrecht hebben. Aard en omvang van de zaak zijn voor de rechtbank reden geweest de ouders dit recht toch toe te kennen.
Vorige week bepaalde de Hoge Raad in een moordzaak dat de rechter het spreekrecht niet mag verruimen. Alleen de wetgever kan dat doen, aldus de raad. M.’s advocaten Tjalling van der Goot en Wim Anker de rechtbank in een brief direct op deze uitspraak gewezen en aangekondigd dat zij het spreekrecht van de ouders opnieuw ter discussie willen stellen.
Korver vindt dat ongepast en onjuist. Volgens hem is de zaak waarin de Hoge Raad zich heeft uitgelaten over het spreekrecht niet te vergelijken met de zedenzaak. Daarbij wijst hij er nog eens op dat er nieuwe wetgeving in de maak is, waarin het spreekrecht voor ouders van jonge kinderen wel geregeld zal zijn. Op 22 maart zal het wetsvoorstel van staatssecretaris Fred Teeven (Justitie) in de Tweede Kamer worden besproken. Het voorstel zal met een ruime meerderheid worden aangenomen, verwacht Korver. Hij vindt het juist goed dat de rechtbank aansluiting heeft gezocht bij „de geldende opvatting van de wetgever” door de ouders spreekrecht te verlenen.
Een aantal ouders heeft aangegeven van het spreekrecht gebruik te willen maken. Sommige ouderparen zullen een schriftelijke slachtofferverklaring aan de rechtbank geven.