Verjonging roomse kerk Japan na tsunami
KESENNUMA – „Ik ben snel ouder geworden dit jaar”, zegt pastoor Aizu. Veel leden van zijn kleine rooms-katholieke gemeente in Kesennuma, een stad ten noorden van Sendai, verloren alles toen de tsunami een jaar geleden toesloeg.
Maar in de ogen van de energieke priester waren de gevolgen van de tsunami niet enkel negatief. „Het was een verschrikkelijke ervaring, maar het heeft ons ook de warmte van veel mensen gebracht. Het liet mij dingen zien in mensen die gewoonlijk verborgen blijven. Dat heeft me veel kracht gegeven.”
De tsunami heeft ook vers bloed in zijn kerk gepompt. Tientallen Filipijnse vrouwen met jonge kinderen zijn lid geworden sinds de aardbeving. „Dat er zo veel Filipino’s hier woonden ontdekten we pas toen ze naar ons toe kwamen voor hulp nadat hun huizen waren weggespoeld”, zegt hij. Een jaar later is hij nog altijd verbaasd.
„Er wonen veel Filipino’s in het noordoosten van Japan”, erkent James Kazuo Koda, hulpbisschop van het aartsbisdom van Tokio. „Maar de Rooms-Katholieke Kerk wist dat niet. We kwamen erachter toen de Filipijnse ambassade bussen huurde om haar landgenoten uit Fukushima te evacueren. De gemeente in Tokio hielp daarmee. Dat is de eerste keer dat we van hen hoorden.”
De verschrikkingen van de tsunami wierpen veel Filipino’s in het rampgebied terug op hun roomse geloof. Ze begonnen zich te verzamelen in kerken voor morele en materiële steun. Zelfs nu de situatie weer tot rust is gekomen, blijven velen komen.
Zeer weinig jonge Japanners voelen zich aangetrokken tot het christendom in Japan. Vooral in landelijke streken zijn leden van kerkgemeenten voornamelijk zestigers en zeventigers. Deze enorme instroom van Filipijnse vrouwen met hun kinderen heeft geleid tot een broodnodige verjonging van de Rooms-Katholieke Kerk in noordoostelijk Japan.
Ondanks de enorme verwoesting, doorstonden alle rooms-katholieke kerken in het rampgebied de gewelddadige muur van water met weinig tot geen schade. „De tsunami trof een kuststreek van ongeveer 700 kilometer”, zegt bisschop Koda terwijl hij naar een kaart van Oost-Japan wijst. „Dit gebied is dunbevolkt en heeft slechts enkele kleine kerken. De meeste van deze werden op hooggelegen plekken gebouwd om schade door tsunami’s voorkomen.” Deze vooruitziende blik van een eeuw geleden heeft duidelijk vruchten afgeworpen.
De kerk verloor opmerkelijk weinig leden door de ramp. Hoewel de tsunami meer dan 19.000 levens eiste, verloren maar een paar leden van de Rooms-Katholieke Kerk het leven. Gedeeltelijk omdat er niet veel waren. „Slechts zo’n 2000 leden van onze kerk woonden langs de kust”, zegt Koda.
Net als pastoor Aizu had de bisschop een hectisch jaar. Onmiddellijk nadat de tsunami Japan verwoestte begon de Rooms-Katholieke Kerk in Japan met de organisatie van hulp. „We verwachtten dat een groot aantal vrijwilligers van over geheel Japan naar het rampgebied zou trekken”, zegt Koda. „Ze hadden vanzelfsprekend een plek nodig om te verblijven. Omdat al onze kerken nog overeindstonden, besloten we op 16 maart dat die als uitvalsbasis voor vrijwilligers konden dienen.”
Aanvankelijke verzorgde de kerk de aanvoer van voedsel en water, maar vrijwilligers van de kerk begonnen al snel met het schoonmaken van huizen die de tsunami hadden doorstaan. „Dat schoonmaken gebeurt nog steeds”, zegt Koda.
Toen afgelopen jaar overlevenden de noodwoningen betrokken, kwam er een nieuw probleem bovendrijven. Uit hun gemeenschap gerukt, en zonder werk, begonnen mensen geïsoleerd te raken. „Vooral oudere en alleenstaande mensen hebben niemand om mee te praten”, zegt Koda, „dus we hebben kleine, restaurantachtige ruimtes geopend waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en met onze vrijwilligers kunnen praten.”
De enorme omvang van de ramp dwong de kerk om te focussen. „Het rampgebied was gigantisch en de kerk is klein”, zegt Koda, „dus we waren gelimiteerd in wat we konden doen.”
De kerk concentreerde zich op het herstel van de werkvoorziening. „Vanaf het begin heeft Caritas Japan geholpen om een noodwinkelcentrum te bouwen in Kesennuma”, legt de bischop uit.
„Een ander project is het herstel van de oesterteelt. Alle oesterkwekerijen in het gebied zijn volledig verwoest. De herbouw daarvan vereist zaadoesters. Er waren er onvoldoende van in Japan, dus Caritas Korea heeft grote hoeveelheden geschonken.”
Vrijwilligers helpen daarbij ook een aantal vissers. „Alle netten waren weggespoeld”, zegt Koda. „Schenkingen van nieuwe netten kwamen uit geheel Japan, maar ze moeten worden aangepast aan lokale omstandigheden. Dat is heel hard werk, met de hand gedaan. Onze vrijwilligers die hierbij helpen tonen veel vasthoudendheid en geduld.”
Volgens de bischop is geld geen probleem. „We hebben schenkingen ontvangen van kerken van over de hele wereld, dus er is geen tekort aan fondsen.” Maar hij kan dat niet zeggen van de begschikbare mankracht. De kerk heeft hard meer vrijwilligers nodig.