Antjie Krog beschrijft morele spagaat in Zuid-Afrika
Titel:
”Relaas van een moord”
Auteur: Antjie Krog; vert. Robert Dorsman
Uitgeverij: Podium, Amsterdam, 2003
Pagina’s: 92
Prijs: € 12,50. De Zuid-Afrikaanse schrijfster Antjie Krog (1952) geniet vooral bekendheid door haar verslagen over de zittingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika. Haar boek hierover -”Country of my skull”- wordt thans verfilmd. Het beeld dat Zuid-Afrika van Antjie Krog heeft, is dat van een radicale ANC-activiste. Wie haar gedichten en ook de onlangs in vertaling uitgekomen novelle ”Relaas van een moord” leest, zal echter veel genuanceerder denken over de vereenzelviging van Antjie Krog met een bepaalde politieke overtuiging.
In ”Kleur kom nooit alleen nie”, de bekendste Afrikaanstalige dichtbundel van haar hand, doet Antjie Krog een poging om zich op Afrika als haar eigen continent te richten en juist Europa als de van Zuid-Afrika verder verwijderde wereld te zien. Maar de hele onderneming om innerlijk toegang te krijgen tot West-Afrika is dermate geforceerd en ook met twijfels omgeven dat deze poëzie in de kern de boodschap aan de oppervlakte tegenspreekt. De vraag blijft daarom recht overeind staan, hoe vertrouwd Afrika kan worden voor de Zuid-Afrikaan die ondanks alle bezweringsformules van het tegendeel een telg van Europa is en blijft.
Geen detective
”Relaas van een moord” is geen detectiveroman. Het is een novelle over de politieke betrokkenheid van een blanke vrouw bij het zwarte verzet in Zuid-Afrika vanaf de rellen in Soweto in 1976 tot de vrijlating van Nelson Mandela in 1990. De vraag of het hier een autobiografisch werk of een semi-autobiografisch relaas betreft, is van veel minder belang dan de constatering dat de weg naar politiek activisme bepaald niet over rozen loopt. Als lerares op een school voor leerlingen van gemengde afkomst, een zogenaamde ’bruine’ school, identificeert de ikverteller zich met de democratisering van Zuid-Afrika.
Daarbij doemen twee levensgrote problemen op. In de eerste plaats aan het thuisfront. De echtgenoot John van de ikverteller bevindt zich politiek gezien duidelijk in een lagere versnelling. Hij ziet hoe zijn vrouw de regelmaat en stabiliteit van het gezin in gevaar brengt door de offers die zij aan de in haar ogen goede zaak, de ”struggle”, brengt. Het gaat om alledaagse zaken als boodschappen doen, de was, het eten koken, de kinderen op tijd naar school brengen en na schooltijd hun huiswerk overhoren.
Een notitie uit de novelle is gedateerd: dinsdagmiddag 25 februari 1992. Het is een tijd van grote spanning in Zuid-Afrika. Het ANC bereidt zich op de overname van de macht door middel van algemene verkiezingen voor, terwijl allerlei krachten in Zuid-Afrika een instabiele situatie trachten te creëren om uit de chaos politieke munt te slaan. De spanning heerst ook in het gezin van de vrouw die het relaas vertelt: „Al die politieke betrokkenheid zorgt voor spanningen in huis. John zegt dat ik er iedereen mee chanteer - hij vindt: wie zijn zij nu, hij en de kinderen, om eisen te stellen als de onderdrukten een beroep doen op je vrouw of je moeder? Over elk besluit dat thuis genomen wordt, ben ik de Grote Morele Veroordelaar.” John is het met deze rolverdeling helemaal niet eens. Hij raakt er overspannen van.
Naïef
De zaken blijken nog ingewikkelder te zijn dan John denkt. Hier komt de moord uit de titel om de hoek kijken, het tweede grote probleem van de ikverteller. Zij raakt namelijk betrokken bij een moord door een lift die ze aan haar ANC-kameraad Douglas en enkele andere ANC’ers geeft. In haar tuin vindt de politie zelfs het moordwapen. Douglas en zijn kameraden hebben een man vermoord die ”de Wheetie” wordt genoemd. De Wheetie is de leider van de zogeheten Three-Million-bende, die de zwarte woonwijken door diefstal, afpersing en moord terroriseert. Zijn liquidatie blijkt echter uiteindelijk minder zuiver te zijn dan aanvankelijk lijkt. Het gaat in wezen om een vorm van afrekening als gevolg van een interne zwarte strijd om de macht. Douglas en de zijnen aarzelen geen moment om de vrouwelijke ikverteller een loer te draaien. Tegen de achtergrond van deze keiharde strijd om de macht is de verteller niet anders dan als naïef aan te duiden. Zij hecht aan waarden, „ouderwetse waarden als respect voor het leven, respect van mens tot mens, eerlijkheid en iets wat ik maar schoonheid zal noemen…” Dat ze zelf tweemaal abortus heeft laten plegen, ervaart ze als in strijd met de eigen morele principes.
Het openlijk uitspreken van de moeite die het kost om te laveren tussen goed en fout, is een respectabel gegeven in deze novelle. In de epiloog spreekt de vrouw het nog eens duidelijk uit: keur je alles goed wat iemand doet, puur omdat die persoon zwart is? Of stijgt je morele ijkpunt boven iedere beïnvloeding door de huidskleur van je mede- of tegenstander uit? In het huidige Zuid-Afrika heeft president Mbeki duidelijk last van dit dilemma in zijn houding tegenover zijn collega Robert Mugabe van Zimbabwe. Antjie Krog heeft een groot en actueel probleem van Afrika moedig onder woorden gebracht.