Een hotelier moet „vrijelijk kunnen beslissen welke gast hij wel en niet toelaat”, stelde het Bundesgerichtshof volgens de publieke omroep ARD in zijn oordeel. Het grondwettelijke principe dat niemand wegens zijn politieke overtuiging mag worden benadeeld, geldt niet tussen privépersonen en ondernemers.

De zaak was aangespannen door de voormalige NPD-voorzitter Udo Voigt. Hij had in 2009 een vakantie geboekt in een hotel in Brandenburg, maar uiteindelijk weigerde het hotel hem. De politieke gezindheid van Voigt zou niet te verenigen zijn met het doel elke gast een „excellent behaaglijke ervaring” te bieden. Daarop stapte Voigt naar de rechter omdat hij zich gediscrimineerd voelde. Hij kreeg nu wel gelijk van de rechter omdat de hotelier hem van tevoren niet had ingelicht.