De Winter ging in 1948 aan de slag bij het bedrijf Organon in Oss. Daar ontwikkelde hij in de jaren ’50, samen met twee andere scheikundigen, het anticonceptiemiddel Lyndiol. In 1962 kwam het middel op de markt. Het was toen niet de allereerste anti-conceptiepil, want die was al ontdekt in 1960 in de Verenigde Staten. Maar het was deze pil die Europa bediende en wereldwijd succes had. „Die ontdekking heeft heel veel betekend. Het zette een hele ontwikkeling in gang die vrouwen een keuze gaf die ze eerst niet hadden”, aldus een woordvoerder.

Het middel werd in de gelovige Brabantse stad niet zomaar werd geaccepteerd. Niet onder katholieken, die veel in Oss wonen, maar ook niet bij protestanten. Vandaar dat de pil, in overleg met de bisschop in Den Bosch, in eerste instantie werd aangemerkt als een medicijn om de menstruatiecyclus te reguleren. Onder die vlag veroverde de pil een plek binnen een sociale revolutie, die zich in de jaren ’60 voltrok.

Het had weinig gescheeld of De Winter had zijn rol in die enorme omwenteling niet kunnen spelen. Voordat de scheikundige bij Organon ging werken, overleefde hij ternauwernood de Tweede Wereldoorlog. De Winter belandde onder meer in Auschwitz, maar omdat hij over technische vaardigheden beschikte, konden de Duitsers hem gebruiken voor werk in een fabriek van Siemens.

In 1983 stopte De Winter met zijn werk bij het bedrijf in Oss. „Hij heeft uiteraard in die tijd nog veel meer gedaan voor ons”, zegt de woordvoerder. „Toch kennen veel mensen die nu bij ons werken hem niet. Daarvoor is het te ver terug. Maar gepensioneerde medewerkers kennen hem maar al te goed.”