Afgewerkte frituurolie wordt nu nog gezien als duurzame biodiesel, maar vanaf 1 januari 2013 niet meer. Deze frituurolie kan nog worden gebruikt in diervoer of zeep. Dierlijke vetten die niet meer in de voedselketen terecht mogen komen omdat ze ziektes kunnen overbrengen, gelden bij het verstoken wel als duurzame biobrandstof.

Producenten van benzine en diesel moeten jaarlijks een stijgend percentage biobrandstof door hun brandstoffen mengen. Het gebruik van duurzame biobrandstoffen van de zogeheten tweede generatie telt daarbij dubbel mee om ervoor te zorgen dat de gebruik van eerste generatie biobrandstoffen uit suikerriet en palmolie wordt ontmoedigd. Dit omdat het verbouwen van ethanol (suikerriet) en biodiesel (palmolie) wel ten koste ging van gronden voor natuur en landbouw.