Einde bosbranden in Portugal en Spanje nog lang niet in zicht
Angst voor de toenemende hitte, angst voor de daaraan gepaarde blikseminslagen en sterke wind, angst voor de enorme rookontwikkeling die de bosbranden met zich meebrengen, woede over de mensen die of slordig met hun barbecues omgaan of de branden opzettelijk veroorzaken, uitputting na een dagenlang gevecht tegen de vlammen en tranen in de ogen bij het aanzien van de enorme vlaktes zwart geblakerd bos.
Dat is het algemene gevoel onder de duizenden getroffenen, zowel in Portugal als in Spanje, die sinds eind juli een niets ontziende vlammenzee hebben zien oprukken. Vooral in Portugal is de balans tragisch: elf doden, meer dan 50.000 hectare verbrand bos en vijftig brandhaarden in vijftien van de achttien districten van het land. In Spanje is voorlopig 8000 hectare bos in vlammen opgegaan, met name in het westelijk deel van het land. In totaal heersen er branden in zeven provincies.
In de zomer zijn bosbranden de normale gang van zaken op het Iberisch schiereiland, maar dit jaar zijn alle records overtroffen, met name in Portugal. Nadat daar maandag de noodtoestand werd afgekondigd, is ook meteen de controverse begonnen. De brandweerbonden betreuren dat de Portugese regering zich beperkt heeft tot het afkondigen van de noodtoestand -weliswaar in het hele land- maar niet het Nationale Plan voor Noodsituaties in werking heeft gesteld.
Met de huidige stand van zaken, inclusief een verzoek aan de Europese Unie om hulp, is 50 miljoen euro uitgetrokken ter compensatie van de gedupeerden en voor het economisch herstel van de verwoeste gebieden. Maar er is geen sprake van een algehele mobilisatie van alle middelen, privé en openbaar, zoals de bonden eisen, ter bestrijding van de bosbranden die nog in alle hevigheid woeden.
De Nationale Brandweerbond beschuldigt de regering van Dura˜o Barroso van traagheid en spaarzaamheid in het ter beschikking stellen van middelen voor de bestrijding van de vlammen. Dorpsbewoners klagen dat ze dagenlang omringd zijn geweest door de branden en er geen enkele brandweerman te bekennen was.
Een lokale commandant zucht echter dat zijn medewerkers achttien dagen lang non-stop hebben gewerkt. „De organisatie is helemaal verdwenen, de mannen gaan het gevecht aan met de vlammen zo goed ze kunnen, ze slapen een paar uur in de kazerne en gaan terug naar het front. We kunnen het niet meer aan”, zucht Manuel Oliveira. Zo’n 3000 brandweerlieden zijn ingezet, plus 400 militairen.
Het Portugees Meteorologisch Instituut heeft voor vandaag een temperatuur van meer dan 40 graden aangekondigd en een verlaging van de vochtigheidsgraad. De autoriteiten hebben dan ook gewaarschuwd dat het einde zeker nog niet in zicht is in dit land, dat net als Spanje met hevige droogte kampt.
Drie mensen worden nog vermist in Portugal, waardoor het dodental kan oplopen. Een groot aantal wegen is afgesloten, waaronder de snelweg tussen Madrid en Centraal-Portugal ter hoogte van Vilar Formoso. Het merendeel van de telefoonverbindingen werkt niet, wat de paniek alleen maar in de hand werkt doordat familieleden elkaar moeilijk kunnen bereiken. Van het nationale elektriciteitsnetwerk is bijna 700 kilometer beschadigd.
Tientallen dorpen zijn geëvacueerd en de inwoners zien zich genoodzaakt in gloeiend hete sportzalen hun tijd door te brengen voordat ze terug mogen naar hun huizen, als die er nog staan. En dan begint het vaak pas: olijfboomgaarden waarvan niets meer over is, olieproductiecentra die met de grond gelijk zijn gemaakt en toeristische trekpleisters die in as zijn opgegaan, zoals de 12.000 hectare bos van het natuurpark van de Sao Mamede-bergketen.
Ook de steden lopen gevaar. Guarda, 350 kilometer ten noordoosten van Lissabon, is geïsoleerd geraakt doordat de wegen onbegaanbaar zijn geworden te midden van de brandhaarden. In het stadje Oleiros woedde brand in twintig woningen. Alle 2400 inwoners van Oleiros moesten worden geëvacueerd. Ook in de stad Macao haalden de vlammen het centrum.
In Spanje hekelde premier Aznar na een bezoek aan koning Juan Carlos in zijn zomerverblijf in Palma de Mallorca de zorgeloosheid van dagjesmensen en de criminele inslag van pyromanen die vele van de in Spanje heersende branden hebben veroorzaakt.
De grootste branden woeden in het oosten van het land. Daar haalde het vlammenfront een lengte van 60 kilometer. De vlammen sloegen over de wegen heen, die vaak als onbedoelde brandgangen werken. In de provincie Avila, ten noordoosten van Madrid, moesten honderden inwoners van het dorp Junciana midden in de nacht geëvacueerd worden, dwars door een vuurzee die aan beide kanten van de enige ontsnappingsroute woedde.
De politie heeft inmiddels achterhaald dat de brand die 7000 hectare bos heeft verwoest in de provincie Ciudad Real, ten zuiden van Madrid, begonnen is met drie proppen papier die waarschijnlijk in ontvlambare vloeistof waren gedrenkt. Een 65-jarige boer heeft bekend een andere brand in de Andalusische provincie Huelva te hebben veroorzaakt door nalatigheid toen hij struikgewas in een perk voor vee wilde afbranden. Zo’n 600 hectare pijnbomen, eucalyptus en struikgewas ging verloren. De man is gearresteerd.
Zelfs in het noorden van het land zijn branden ontstaan, vermoedelijk door blikseminslagen. De zeer ongebruikelijk hoge temperaturen voor dat deel van het land van rond de 40 graden zorgen voor de grootste problemen op dit moment.