Duurzame visserij goed voor milieu en voedselproductie
Een visserij met een matige visserijdruk gericht op een groter aantal soorten en maten vis is duurzaam en bevordert de voedselproductie, betoogt ir. Paul van Zwieten.
Het huidige visserijbeleid is gericht op het herstel van ecosystemen, visgemeenschappen en biodiversiteit van de oceanen. Merkwaardig is dat men die doelen dichterbij wil brengen door méér selectief te gaan vissen: specifiek gericht op verschillende soorten en maten, zonder bijvangst. Dat een natuurlijk systeem als de Noordzee beter af zou zijn met selectief vissen is echter nog nooit aangetoond.
Selectief vissen is vooral een kwestie van economie en markt. Vissersboten met een beperkt ruim kunnen maar beter datgene meenemen waar vraag naar is: wie wil er nu een klein scholletje op zijn bord? En onbekend maakt onbemind. Vanuit dat oogpunt is het goed om bijvangsten van jonge vis en commercieel oninteressante soorten te beperken; die worden anders toch overboord gegooid.
Echter, deze manier van vissen op al het lekkers uit de zee heeft grote nadelen. De overgebleven soorten vis groeien minder snel en produceren minder en zwakkere nakomelingen. Zwaar selectief beviste populaties fluctueren sterker in aantallen, en zullen bij verminderde visserijdruk meer tijd nodig hebben voor herstel.
Deze en ook andere nadelen worden duidelijk uit een vorige week in het wetenschapstijdschrift Science verschenen studie van een groep internationale wetenschappers, onder wie de Wageningse visserijbioloog dr. Adriaan Rijnsdorp.
Sterk selectief beviste zeeën produceren over alle soorten in totaal minder: ze bereiken bij toenemende druk eerder hun maximumproductie, gaan sneller achteruit in hoeveelheden vangbare vis, terwijl er sneller en meer bestanden instorten. Met andere woorden: in sterk selectief beviste zeeën, zoals de Noordzee, komen het ecosysteem en de biodiversiteit sneller onder druk te staan.
Daarvoor in de plaats pleiten we voor een gebalanceerde visserij, gericht op een groter aantal soorten en maten. Zo’n hoog diverse visserij is ecologisch duurzamer. Ook wordt er zo voedsel mee geproduceerd.
Hoe dit kan? Kleinschalig beviste, hoogproductieve Afrikaanse meren, waar ik lang heb gewerkt en waar de studie ook naar verwijst, laten het zien. Daar worden soortenrijke visgemeenschappen met een grote diversiteit aan vistuigen bevist.
Ga naar een markt in Ghana, maar ook in een kustplaats in Vietnam of Indonesië, en je ziet een rijkdom aan soorten en maten. Niets wordt weggegooid. Als de vangst niet geschikt is voor menselijke consumptie dan wordt die wel tot kippenvoer of vissaus verwerkt.
Nu blijkt dat deze manier van vissen, mits met een matige visserijdruk, beter is voor visgemeenschappen, biodiversiteit en meer oplevert. Vanuit zo’n gezichtspunt zijn bijvangsten niet alleen maar vervelend, maar worden die onderdeel van een bewuste visserijstrategie: ook ondermaatse
en onbekende vis aan land brengen.
De uitdaging is om voor deze diversiteit markten te vinden. Laat de topkoks van de wereld ons maar eens leren hoe lekker kleine tongetjes kunnen zijn!
De auteur is universitair docent visserijbeheer aan de Wageningen Universiteit.