Dat stelde dinsdag de speciale VN-rapporteur godsdienstvrijheid Heiner Bielefeldt in een presentatie voor de VN-Mensenrechtenraad.

In veel landen waar een staatsgodsdienst bestaat, wordt deze misbruikt voor de identiteitspolitiek van de regering. Dat is verkeerd, meent Bielefeldt, maar tegelijk verleidelijk. De privileges die officiële kerken hebben, maken het moeilijk om die manipulatie te weigeren.

Volgens de Duitse VN-rapporteur leidt deze religiepolitiek vrijwel direct tot discriminatie van mensen die tot een minderheidsreligie behoren.

In het rapport dat hij aan de raad presenteerde bespreekt Bielefeldt diverse vormen van erkenning van kerken door de autoriteiten. In veel landen met een staatsgodsdienst zijn de procedures voor erkenning van minderheidskerken onnodig moeilijk. „Respect voor vrijheid van religie en geloof als mensenrechten hangt niet af van administratieve procedures”, aldus de rapporteur. „Een mensenrecht hangt niet af van de goedkeuring van de staat.”

Volgens Bielefeldt komen er in de praktijk diverse vormen van erkenning voor. De kern ervan is dat een kerk of groep wordt geregistreerd als rechtspersoon. Als het goed is, heeft het niets te maken met het vragen van toestemming voor het optreden van de groep. Het aanvragen van deze rechtspersoonlijkheid moet daar „snel, doorzichtig, eerlijk, inclusief en niet discriminerend” plaatsvinden.