Jemaah Islamiyah na Bali-aanslag nog springlevend
De aanslag op het JW Marriott Hotel in Jakarta is nog niet opgeëist, maar volgens experts wijst alles op een nieuwe terreuractie van het radicaal-islamitische netwerk Jemaah Islamiyah (JI).
Analisten waarschuwden dinsdag dat de organisatie, die banden zou hebben met al-Qaida, ondanks talloze arrestaties nog steeds intact is en overal in Zuidoost-Azië kan toeslaan.
JI wordt verantwoordelijk gehouden voor vele aanslagen in Indonesië. De beweging wil van grote delen van Zuidoost-Azië een streng islamitische staat maken.
Tijdens de dictatoriale regeringen van president Sukarno en Suharto hadden nationalistische moslims, zoals de geestelijke vader van JI, Abu Bakar Bashir, weinig in de melk te brokkelen. Maar na de val van Suharto (1998) veranderde dat.
De fel antiwesterse leden van JI (Islamitische Gemeenschappen) zochten de eerste jaren vooral christelijke kerken als hun doelwit. Na de aanslagen van 11 september 2001 op New York en Washington ging JI echter groter denken. Het gevolg was onder meer de bloedige aanslagen in het Balinese Kuta, op 12 oktober 2002. Ruim 200 personen kwamen om het leven in het toeristenparadijs, dat de JI-leden zien als ”een poel van zonde”.
Nu de berechting van een aantal verdachten van die aanslagen aanstaande is, waarschuwde de Indonesische regering de afgelopen weken al voor nieuwe terroristische acties. Morgen velt een rechtbank een oordeel over een van de hoofdverdachten, de mechanicus Amrozi.
Volgens de Singaporese terrorisme-expert Gunaratna is het tijdstip van de aanslag van dinsdag dan ook een belangrijke aanwijzing voor betrokkenheid van JI. „De Bali-rechtszaak bevindt zich in een kritieke fase. Islamistische groepen zijn erg boos over de vervolging van deze mensen. Ze willen hun macht tonen, ze willen zich wreken”, aldus Gunaratna. „De aanslag vertoont de kenmerken van JI.”
Sidney Lones, lid van de International Crisis Group valt hem daarin bij. „Zij hebben de juiste motivatie en het doel past, maar of ze het daadwerkelijk zijn is natuurlijk nog de vraag.”
Haar Australische collega Clive Williams waarschuwt voor nog meer van dergelijke aanslagen. „Ik denk dat ze de capaciteit hebben om elders in de regio aan te vallen”, aldus de terrorisme-expert.
Zuidoost-Aziatische landen hebben al ruim honderd mogelijke leden van de beweging opgepakt, maar de slagkracht van de organisatie lijkt nauwelijks aangetast. De schimmige beweging, die samenwerkt met bestaande islamitische organisaties in buurlanden van Indonesië, is georganiseerd in cellen en mede daarom moeilijk aan te pakken.
Nog maar een paar dagen geleden kondigde de Indonesische president Megawati Sukarnoputri aan het georganiseerde terrorisme „met wortel en tak” uit te roeien. Het antwoord van de extremisten laat niets te wensen over.