Economie

Eten in een leeggegeten restaurant

’t Is een ervaring apart. Eten in een vrijwel leeggegeten restaurant. Bij brasserie Hajé in Delfgauw kan het gebeuren. ”Onze koksbrigade is welhaast tot alles in staat”. Daar blijkt geen woord van gelogen te zijn. Helaas.

6 August 2003 08:37Gewijzigd op 14 November 2020 00:28
DELFT - De karakteristieke gestapelde toren langs de A13 bij Delft is voor veel automobilisten een herkenningspunt. De brasserie van Hajé, de gerenommeerde keten van shops, restaurants en hotels, ademt een typisch jarenvijftig-, jarenzestigsfeertje. De s
DELFT - De karakteristieke gestapelde toren langs de A13 bij Delft is voor veel automobilisten een herkenningspunt. De brasserie van Hajé, de gerenommeerde keten van shops, restaurants en hotels, ademt een typisch jarenvijftig-, jarenzestigsfeertje. De s

Het karakteristieke pand met z’n zalmkleurige gestapelde blokkentoren langs de A13 bij Delft is onderdeel van een gerenommeerde, landelijke keten van zes Hajé-restaurants. De brasserie telt drie ingangen. Links, rechts en één via het bordje ”toiletten” in de gezamenlijke hal met Burger King. De deuren staan open. Achter het glas van de openstaande deuren hangen bordjes ”gesloten”.

Het interieur is netjes, verrassend, smaakvol. Het wegrestaurant ademt een typisch jarenvijftig-, jarenzestigsfeertje. Aan de wand boven de halfopen keuken hangen ingelijste afbeeldingen van Elvis Presley en Marilyn Monroe. Aan de andere kant prijken prachtige platen van gedateerde Cadillacs, Pontiacs en Thunderbirds. De fraaie lage leren bankjes in mintgroen en roze zouden niet misstaan in een nostalgisch tramstel.

De bediening is vlot en voorkomend. Binnen twee minuten staat een vriendelijke ober in de houding om de bestelling te noteren. Op elk tafeltje prijst een kaartje de koffie met appelgebak aan. Een goede start voor deze steekproef. „Eh… we hebben geen gebak”, verontschuldigt de jongeman zich. „Helemaal niets. De leverancier staat vast in de file.”

Kan gebeuren. Alleen koffie is ook niet verkeerd. Voorverpakte janhagel maakt veel goed. De klok klimt inmiddels richting de twaalf. Etenstijd. Een uithangbord prijst met gekleurde krijtletters het maandmenu aan. ”Gebraden halve haan”. Onderaan staat wat cryptisch: ”= op”. Terwijl de maand juli nog maar acht dagen oud is?

„De leverancier… meneer.” Wanhopig kijkt het jonge obertje z’n gast aan. „Ik heb geen gebraden haan meer, geen cappuccino, geen zalmkibbeling, geen appeltaart, geen… Zegt u maar wat u wilt hebben, dan zal ik kijken of het er nog is.” Twee tafeltjes verderop schuiven twee stropdassen aan. „Mag ik een glas melk?” De jongeman moet zich opnieuw verontschuldigen. „Géén melk.”

Aan de bar is het nog bonter. „Ik wil graag een koffie en een cappuccino”, zegt een vrouw. „Ik heb geen cappuccino”, meldt het meisje achter de bar. „Oh, doe dan maar een espresso.” Het meisje kijkt ongelukkig. „Ik heb ook geen espresso.” De voorraden van brasserie Hajé blijken zo goed als uitgeput. Terwijl de dag inmiddels toch meer dan twaalf uur oud is. Bijna bizar.

Maar oké, niet mauwen. Dan maar eten wat de pot schaft. De kaart vermeldt een Wienerschnitzel. Mét een schijfje citroen. „Meneer, misschien…?” De schnitzelvoorraad blijkt zowaar toereikend. „En een tomatensoep vooraf graag.” De ober wijst vriendelijk op de soep-selfservice.

Goedsmoeds stapt de klant af op twee zwarte ketels. Maar het optimisme blijkt volstrekt misplaatst. Onder in de bijna lege ketel drijft inderdaad een dikke substantie. De inhoud van de ketel rechts lijkt nog het meest op tomatensoep. Het vocht gaat echter schuil onder een dik aangekoekt vel. De hongerige gast slikt een keer, overwint zijn weerzin en roert een wak in het taaie vel. Na veel gehengel blijken z’n voorgangers twee balletjes over het hoofd te hebben gezien.

Het kokend hete voorgerecht staat nog geen twee tellen op tafel of de ober staat naast het tafeltje met een… ja werkelijk, een Wienerschnitzel. Het beloofde citroenschijfje is zoek. Maarre… nu al? Het voorgerecht is nog lang niet op. Vervelend. Wat nu? Eerst voorgerecht of eerst hoofdgerecht? Lastig. De keus valt toch maar op het vlees. Schnitzel is immers sneller koud dan soep. En ach, ’t is weer eens wat anders: én soep als voorgerecht én soep als nagerecht.

Een schnitzel-met-soep later komt een tweede ober afruimen. Netjes neemt hij bord en soepkom mee. Een mes, een vork, een lepel en twee leeggedrukte zakjes ketchup blijven liggen. Onaangeroerd. Nee, nou niet te vroeg klagen. Nieuwe rondes, nieuw kansen. Maar ook bij het serveren van de sorbet laat de ober de rommel op tafel liggen.

De gratis verstrekte papieren placemat roemt de speciale servicebel op het peper-en-zoutstel om obers en serveersters te activeren. Maar ook na zes keer drukken blijft elke reactie uit. Argwanend onderwerpen we het niet-reagerende personeel maar eens aan een nader onderzoek. Bij ober 2 bungelt het riempje van z’n giletje los op de rug. Slordig. ’t Zij hem vergeven. De vieze vlek op het witte overhemd van ober 1 oogt vanuit de verte veel onsmakelijker. Maar ach, een kniesoor die erop let. Want van dichtbij valt het niet eens op. Niet tussen de twaalf andere vlekken tenminste.

Restaurantmanager Marian Oudenaarde reageert verbaasd op de ervaringen in de steekproef. „Dit past helemaal niet bij ons. We proberen het de klant altijd verschrikkelijk naar de zin te maken.” Ze ontkent glashard dat de halve hanen, de espresso, de cappuccino, de melk en de zalmkibbeling op hadden kunnen zijn. „We hebben altijd alles in voorraad.” Ook een dik vel op de soep is onmogelijk. „Alles wordt ’s ochtends vers gemaakt.”

Ze is trots op de snelheid waarmee het hoofdgerecht al tijdens het voorgerecht wordt geserveerd. „Onze klanten zijn vaak zakenmensen die alles snel willen hebben. Daar zijn we op gebrand.” Het niet-afruimen van smerig bestek kan ze niet plaatsen. „Ik was zelf met vakantie.”

Ze belooft een onderzoek in te stellen. En terug te bellen. Dat biedt hoop. Ook een restaurant is immers nooit te oud om te leren. Maar als de telefoon ruim anderhalve week later nog altijd zwijgt, verschrompelt de prille hoop weer ras.

Dit is de zesde aflevering van een serie over pleisterplaatsen in Nederland die in de zomermaanden wordt gepubliceerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer