Evangelietranen
Mattheüs 5:4b
„Zij zullen vertroost worden.”
Eerst schrijft God een bitter drankje voor, en dan brengt Hij een hartversterkend middel: „Zij zullen vertroost worden.” U merkt wel dat Evangelietranen geen verloren tranen zijn, maar ze zijn zaad voor vertroosting. Terwijl de boetvaardige zondaar zijn tranen vergiet, stort God hem Zijn vreugde in. Wilt ge vrolijk zijn, zegt Chrysostomus, wees dan droevig: „Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien” (Ps. 126:5).
Het doel van Christus’ zalving en zending in de wereld was „om de treurigen Sions te beschikken, dat hun gegeven wordt vreugdeolie voor treurigheid” (Jes. 61:3). Christus was gezalfd met vreugdeolie, opdat Hij die op de treurigen zou uitstorten. Terecht kan de apostel dat een „onberouwelijke bekering” noemen (2 Kor. 7:10). Van dronkenschap krijg je berouw, van onkuisheid krijg je berouw, maar van berouw krijg je geen berouw, omdat dit een deur tot ware blijdschap opent: hier is zoete vrucht van een bittere stam.
Christus liet de stenen watervaten met water vullen. Toen veranderde Hij het water in wijn (Joh. 2:9). Zo ook wanneer het oog, dat aarden vat, met tranenwater tot aan de rand toe gevuld is, dan zal Christus dat tranenwater in vreugdewater veranderen. Heilige droefheid is, naar het woord van Basilius, het zaad waaruit de bloem der eeuwige vreugde opbloeit.
Thomas Watson, predikant te Londen
”(De zaligsprekingen”, 1675)