Binnenland

Ook inspectie visserij onder vuur

DEN HAAG – Niet alleen de reder van de in 2010 gekapseisde schelpenzuiger Frisia ligt onder vuur. De Onderzoeksraad voor Veiligheid geeft in het donderdag gepresenteerde rapport over het scheepsongeval ook de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) een veeg uit de pan.

J. Visscher
2 March 2012 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 19:41

De inspectie liet de rederij „te veel haar eigen gang gaan”, zo stelt de onderzoeksraad, onder voorzitterschap van mr. Tjibbe Joustra, voorheen Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.

„Tegemoetkomend.” Dat woord gebruikt de onderzoeksraad om de handelwijze van de Inspectie Verkeer en Waterstaat te omschrijven. De IVW hield wat betreft scheepsveiligheid onvoldoende de vinger aan de pols. „Het is bij de IVW bekend dat de naleving van wettelijke bepalingen in de visserijsector niet altijd de hoogste prioriteit heeft en dat, goede reders en schippers niet te na gesproken, de sector de zorg voor de veiligheid liever aan de IVW overlaat dan dit zelf voor zijn rekening te nemen. De rederij van Frisia vormde hierop geen uitzondering en overtrad ook bewust de wet als dat beter uitkwam.

Het is dan ook opmerkelijk hoe tegemoetkomend IVW voor de rederij was. In plaats van strenger op te treden en de rederij te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid, werd die door IVW ondanks ontbrekende essentiële informatie met definitieve certificering van de Frisia beloond.”

Een door de inspectie opgelegd vaarverbod in verband met het varen zonder bevoegde schipper werd eerst door de rederij genegeerd, zo schetst de onderzoeksraad. Daarna hief de inspectie het vaarverbod op, „zonder dat iets aan de bevoegdheid van de schipper was veranderd.”

De inspectie, thans Inspectie Leefomgeving en Transport geheten, erkende donderdag dat er tekortkomingen waren in „het proces van certificering en handhaving.” Inmiddels zijn op dat terrein maatregelen genomen, zoals het inzetten van extra capaciteit, aldus de inspectie.

De schipper aan boord van de schelpenzuiger had, zo stelt de onderzoeksraad, de rederij aan moeten spreken op de gebreken aan boord en verbeteringen horen te eisen. Niet uitgesloten is dat de schipper, „nog maar kort in tijdelijke dienst, via het uitzendbureau van de rederij, druk heeft gevoeld de situatie aan boord te accepteren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer