Kritiek op reder na dodelijk ongeval Frisia
DEN HAAG – De Zoutkampse rederij De Rousant van de in december 2010 omgeslagen schelpenzuiger Frisia (HA 38) heeft verzuimd ervoor te zorgen dat haar bemanning op een zeewaardig schip voer.
Daarmee bracht ze de veiligheid van haar bemanning in gevaar. Die kritiek uit de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een donderdag gepresenteerd rapport. Bij het scheepsongeval, ten noorden van Terschelling, kwamen de drie opvarenden om. De onderzoeksraad vindt dat de minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) de reder onder verscherpt toezicht moet stellen.
Tijdens de reis naar Lauwersoog stroomde water in het voorschip, omdat enkele ruimten niet goed waren afgesloten, meldt de onderzoeksraad. Het schip kwam hierdoor steeds verder voorover te liggen. Er kwam steeds meer zeewater in het grote, open, met schelpen geladen ruim. Het water kon niet snel genoeg uit het ruim worden weggepompt. De capaciteit van de pomp was daarvoor „veel te laag.”
Het schip werd „structureel ingezet voor werkzaamheden die het als visserijschip niet mocht uitvoeren.” Ook meldt de raad dat reddingsmiddelen niet in orde waren en dat „passende overlevingspakken” niet voor iedereen beschikbaar waren.
Matthijs van der Ploeg van rederij De Rousant zei donderdag dat het „ongeval niet had hoeven gebeuren. De conclusie dat we er met de pet naar gooien is niet op zijn plaats. Als er gezegd wordt dat een lampje van een reddingsvest het niet doet, zeg ik: Natuurlijk moet dat lampje het wel doen.” Hij vindt niet dat hij schuld heeft aan het ongeval en stelt dat hij de bemanning „met nadruk onafgebroken” heeft gewezen op het belang van verstandige belading. Over de oproep om De Rousant onder verscherpt toezicht te stellen, zegt hij: „Je moet alles doen wat de veiligheid kan bevorderen.”
De Rousant was ook reder van de kotter Nieuwpoort 28. Die kapseisde op 1 maart 2011 voor de Franse kust. Drie Zeeuwse vissers zijn nog altijd vermist. Dat schip kampte met roerproblemen, meldde een Belgische onderzoeksinstantie. Zeeuwse vissers waren kritisch over dat rapport en zeiden te denken dat de Nieuwpoort 28 omsloeg omdat een net achter een steen op de bodem bleef haken. Van der Ploeg vindt het „verschrikkelijk” binnen drie maanden zes bemanningsleden te hebben verloren. „Dat verdwijnt nooit meer uit mijn hoofd.”